Solidariteit

Week van de solidariteit
Armoedeproblematiek in België
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielessenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Week van de solidariteit
Armoedeproblematiek in België

Slide 1 - Tekstslide

Doelen

  • Je weet wat solidariteit is.
  • Je kunt voorbeelden noemen van solidariteit.
  • Je weet wat jij kunt doen

Slide 2 - Tekstslide


Wat denk jij dat solidariteit betekent?

Slide 3 - Open vraag

Is dit solidariteit?
Je klasgenoot wordt de klas uitgestuurd, je vindt
dit niet rechtvaardig, je gaat ook de klas uit,
ook al heb je zelf niks misdaan (jij moet straks
misschien ook nablijven).
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Is dit solidariteit?
De dochter heeft besloten geen vlees meer te
eten. De rest van het gezin eet ook vegetarisch.

A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Is dit solidariteit?
Je vriend(in) doet aan de lijn, jij snoept niet in haar
bijzijn (je steunt haar, ook al kan je zelf ook niet
snoepen)
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Is dit solidariteit?
Je protesteert mee tegen het opheffen van een
buslijn in jouw buurt, ook al ga je zelf nooit met
de bus
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Is dit solidariteit?
Kleding bij een bepaalde winkelketen is heel leuk
en goedkoop, maar is gemaakt door kinderen in
ontwikkelingslanden. Je koopt je kleding in een
andere winkel, ook al is dit duurder
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Wat doe jij
voor een ander?

Slide 9 - Woordweb

Armoede in België
1 op de 13 kinderen in ons land leeft in armoede. 


Slide 10 - Tekstslide


Wat is volgens jou de definitie van armoede?

Slide 11 - Open vraag

Armoede in Nederland
Heb je weinig geld, dan is er de voedselbank om gratis eten en drinken te halen. Veel van dit soort initiatieven worden gerund door particulieren, die zonder subsidie of steun ervoor zorgen dat de armste mensen een gezonde maaltijd kunnen krijgen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor soort mensen komen er naar de Voedselbank?

A
Mensen uit de middenklasse
B
Mensen die niet rond kunnen komen
C
Mensen die geen werk hebben

Slide 13 - Quizvraag

a) Hoe ziet een participatiesamenleving eruit, volgens
 de mensen in deze aflevering?
 b) Is Nederland een participatiesamenleving, volgens
 jou?

Slide 14 - Tekstslide

 "Eigenlijk had het in zo’n welvaartsstaat niet nodig
moeten zijn. Maar wie zijn wij?” Wat bedoelt de man uit
deze aflevering hiermee?

Slide 15 - Tekstslide


Hoeveel mensen leven in Nederland in armoede?

A
Ongeveer 1 miljoen
B
Ongeveer 2 miljoen
C
Ongeveer 3 miljoen

Slide 16 - Quizvraag

"Het gaat in beeld steeds beter in Nederland, maar in
de gaarkeuken wordt het alleen maar drukker." Wat
bedoelt de vrouw uit deze aflevering hiermee? 

Slide 17 - Tekstslide

Zou jij kunnen rondkomen van 12,50 euro per week?
Bedenk wat je dan allemaal niet meer zou kunnen doen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat kun jij nog meer
doen voor een ander?

Slide 20 - Woordweb