Herhaling 2.1

Welkom BK4
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom BK4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startactiviteit 
Maken examentraining 
opdrachten 1 t/m 5

Slide 2 - Tekstslide

Examentraining basis blz. 66 + 67
Opdracht 1
Om te kunnen sparen, moet Lisa de komende tijd haar inkomen volledig / niet volledig uitgeven. Het spaarmotief voor Lisa is sparen uit voorzorg / voor een doel. Lisa zet het gespaarde bedrag op een spaarrekening. Hiervoor betaalt ze aan / ontvangt ze van de bank rente. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Berekening: 
€ 5 x 13 weken = € 65
€ 65 + € 35 = € 100

Soort ticket:
€ 85 + 3 = € 88 in totaal = Zitplaats C

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
Welke functies van geld heeft Bart hier gebruikt?
Geld als spaarmiddel en als rekenmiddel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4
Bij welke uitgavensoort hoort de reparatie van de fiets?
Bij incidentele uitgaven

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5
Berekening uitgaan en schoolkantine:
€ 220          x             ?      
100 %        1%        40%
€ 220 : 100 x 40 = € 88
Berekening afbetaling smartphone:
€ 220        x             ?      
100 %       1%        10%
€ 220 : 100 x 10 = € 22

Slide 7 - Tekstslide

€ 220 : 100 x 40 = € 88
Programma
  • Startactiviteit
  • Herhaling 2.1
  • Aan de slag!
  • Nakijken
  • Afsluiting

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 2.1
Welke inkomsten en uitgaven heb je?
Je hebt geleerd in deze paragraaf:
  • Welke soorten inkomen zijn er?
  • Welke  soorten uitgaven zijn er?
  • Waarom verschillen inkomens?
  • Hoe reken je bedragen om van maand naar week en andersom?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
Inkomen uit overdracht

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begroting
Inkomsten
Uitgaven
Inkomen uit arbeid
Dagelijkse uitgaven
Inkomen uit bezit
Vaste lasten
Inkomen uit overdracht
Incidentele uitgaven

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom verdient de een meer dan de ander?

Slide 12 - Open vraag

De hoogte van het inkomen is afhankelijk van:
  • Ervaring en leeftijd
  • De opleiding die je hebt gevolgd of nodig hebt voor een beroep
  • Je prestaties
  • Verantwoordelijkheid
  • Zwaarte van het beroep
  • De vraag naar bepaald werk
Anouk krijgt elke maand € 35,75 aan zakgeld en oppasgeld. Bereken het bedrag per week.

Slide 13 - Open vraag

€ 35,75 x 12 : 52 = € 8,25
Pieter verdient € 420 per week. Hoeveel verdient Pieter per maand?

Slide 14 - Open vraag

€ 420 x 52 : 12 = € 1.820 per maand
Aan de slag!
  • Herhalingsopdrachten hoofdstuk 2 blz. 60 + 61
  • Rekenen hoofdstuk 2 blz. 64 + 65

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies