Lesson 1.2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Thursday, 13 April

Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Plan

• New goals
• New grammar
• Homework

Goals

Aan het einde van de les weet ik wat de gebiedende wijs is en hoe ik deze toe moet passen.

Aan het einde van de les weet ik wat de Present Simple is en hoe ik deze toe moet passen.

New Grammar!

Gebiedende wijs

Een bevel, verzoek, wens of advies.

Vaak komt er achteraan de zin een uitroepteken !

Can you come up with an order? Can you think of a sentence?

Examples

Do!/Wel doen!

Keep quiet.

Pick up your fork.

Put your knife down.

Ask nora.

Don't/Niet doen!.

Don't run!

Don't say a word.

Don't tell anybody.

Don't take that.

Let op! Er staat nooit een onderwerp in de zin!

Hoe maak je een gebiedende wijs?

Je gebruikt het hele werkwoord.

Voorbeeld:

_______ me that glass of milk. (Give)

_______ down and don't say a word. (Sit)

_______ your books. (Open)

Imperative:
Schiet op!

1. You have to hurry up!
2. Hurry up!

Imperative:
Wees op tijd!

1. You must be on time!
2. You have to be on time!
3. Be on time!

Imperative:
Kom binnen!

1. Don't come in!
2. Come in!
3. Coming in!
4. To come in!

Imperative:
Steek niet over!

1. Don't cross the road.
2. You cross not the road.

Aan het einde van de les weet ik wat de gebiedende wijs is en hoe ik deze toe moet passen.

😒🙁😐🙂😃

Present Simple 

• Wanneer gebruik je de Present Simple?

Je gebruikt de Present Simple bij:

FEITEN

GEWOONTEN

REGELMATIGHEDEN

Present Simple

Bevestigend	Ontkennend	Vragend
I eat apples.	I don't eat apples.	Do I eat apples?
He eat s apples.	He do es n't eat apples.	Do es he eat apples?

Present Simple = Tegenwoordige Tijd

ik fiets

jij loopt

hij eet

zij bevriest

het draagt

I cycle

you walk

he eatS

she freezES

it carrIES

SHIT

She

He

IT

bij He/She/IT 

werkwoord

werkwoord eindigend op S-klank

werkwoord eindigend op medeklinker Y

-S

-ES

-IES

Fill in the gap.

+ They __________ to school. (go)

- I __________ oranges. (like)

- We __________ peppermint. (hate)

+ You __________  a cold. (have)

Goal

Aan het einde van de les weet ik wat de Present Simple is en hoe ik deze toe moet passen.

Homework

When:

Tuesday, 5th hour

Do:

1 t/m 11.

Page 49 t/m 57.

Study:

Words 5.1

Finished?

Start with ex. 12

Finished ex. 12? 

--> WRTS.nl