Zwakke werkwoorden vervoegen
1. standaard 2. stam op d/t of m/n* ( EXTRA E BIJ DU , ER/SIE/ES, IHR)
(ik) ich mach e reden (= praten) > du red est
(hij) du mach st er red et / sie red et
(hij/zij/het) er/sie/es mach t ihr red et
(wij) wir mach en
(jullie) ihr mach t atmen (= ademen) > du atm est
(zij/u) sie/Sie mach en er atm et / sie atm et ihr atm et
3. Stam op s-klank
reisen (=reizen) > du reist
bij du alleen een t als uitgang