Les 7: Journalistiek


MEDIAWIJSHEID



Basis/Kader 3 - Periode 2
Les 7: Journalistiek
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


MEDIAWIJSHEID



Basis/Kader 3 - Periode 2
Les 7: Journalistiek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar



Doe je telefoon in je zakkie

Pak je laptop

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...ken je de begrippen bron, feit, mening, vooroordeel, argument, objectief en subjectief. (R)
...weet je wat een bron betrouwbaar maakt. (R)
...kan je uitleggen waarom journalistiek belangrijk is voor onze samenleving. (T1)
...weet je wat nepnieuws is en hoe dat gemaakt wordt. (R)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Journalistiek
Bronnen ken je vast nog van het vak geschiedenis. In de media zijn bronnen ook heel belangrijk. Een bron is informatie. En media brengen informatie over. Een veelgebruikte bron op de middelbare school is de online encyclopedie Wikipedia.
Toch is Wikipedia niet altijd een betrouwbare bron:
bron
Plek waar informatie vandaan komt. Bijvoorbeeld: een ooggetuige of een krantenartikel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artikel:
Op Wikipedia woedde 5 jaar lang een oorlog die nooit heeft bestaan



Van 1640 tot 1641 woedde er een oorlog tussen Portugal en India. Althans, dat konden we tot voor kort lezen op Wikipedia. In werkelijkheid heeft dit ‘Bicholim Conflict’ nooit plaatsgevonden. Het hersenspinsel van een creatieve vrijwilliger van de internet-encyclopedie heeft desondanks vijf jaar lang online gestaan.
Bron: Volkskrant

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Journalistiek
Nu zijn ze bij Wikipedia over het algemeen streng in het controleren, maar omdat iedereen er iets op kan zetten, wordt de betrouwbaarheid van media steeds belangrijker. De journalistiek speelt daarom een belangrijke rol in het maken van nieuws. Sterker nog, de nieuwsberichten van journaals, kranten en nieuwssites bepalen vaak de manier waarop we naar maatschappelijke vraagstukken kijken.
betrouwbaarheid
De eerlijkheid of geloofwaardigheid van een persoon of informatie.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier rollen in de journalistiek
Verslaggever
Een verslaggever is iemand die nieuws verzamelt vanaf verschillende locaties.
Journalist
Iemand die aan journalistiek doet, zoals een verslaggever, interviewer, nieuwslezer of redacteur.
Redactie
De redactie bepaalt welk nieuws ze wel of niet brengt en controleert het werk van de verslaggever.
Persbureau
Een mediabedrijf dat nieuws van over de hele wereld verzamelt en deze nieuwsberichten verkoopt aan nieuwsorganisaties.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Journalistiek
Een goede journalist vermeldt alleen de feiten en laat zijn eigen mening weg. Feiten zijn namelijk objectief en geven aan hoe iets werkelijk is. Meningen zijn subjectief, ze geven aan wat iemand ergens van vindt. Omdat nieuws alleen de feiten bevat, kan jij als kijker of lezer zelf bepalen wat je ervan vindt.
feit
Iets dat je kan controleren en waarvan de werkelijkheid vaststaat.
mening
Wat iemand van iets vindt. 
objectief
Iets dat aangeeft hoe iets werkelijk is. Dit kan gecontroleerd worden.
subjectief
Bevat vooral meningen omdat het aangeeft wat iemand ergens van vindt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:11
Wat doet de redactie?
A
Bepaalt welk nieuws de verslaggever gaat maken.
B
Verzamelt nieuws vanaf verschillende locaties.
C
Doet aan journalistiek.
D
Mediabedrijf dat nieuws over de hele wereld verzameld.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:04
Welke andere beroepen zie je terug in de video?

Slide 12 - Open vraag

Het beroep van redacteur, cameraman en lichttechnicus, journalist (voorlezer)
03:05
Is het nieuws van Martijn Bink objectief of subjectief?
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:05
Vertelt Martijn Bink zijn eigen mening in het nieuwsitem?
A
Ja, want hij zegt voor hoe andere mensen moeten reageren.
B
Ja, want hij laat vooral andere mensen aan het woord.
C
Nee, want hij zegt voor hoe andere mensen moeten reageren.
D
Nee, want hij laat anderen hun mening vertellen.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:04
Martijn Bink is verslaggever bij de NOS. Leg uit wat voor werk hij doet.

Slide 15 - Open vraag

Een verslaggever is iemand die nieuws verzameld vanuit verschillende locaties. Hij wordt 's ochtends gebeld met een item, in de middag gaat hij naar andere locaties om daar verslag van te doen. Ook is hij in de uitzending live op locatie en vertelt kort wat hij dan heeft meegemaakt. 
Nieuws Opdracht
Zoek op nieuwssites (bijvoorbeeld: NU.nl, RTL Nieuws, NOS, Telegraaf, Volkskrant) naar de volgende nieuwsartikelen:

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwsbericht van een verslaggever in Londen (Engeland).

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een interview met de minister-president.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwsbericht van een persbureau uit Moskou (Rusland).

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Drie berichten over dezelfde nieuwsgebeurtenis op drie verschillende nieuwssites.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Controlerende functie
Nieuwsbedrijven hebben een belangrijke functie binnen onze democratie. Ze hebben de taak om de overheid, organisaties en bedrijven te controleren. Zo controleren ze bijvoorbeeld of mensen niet corrupt zijn en of de burgers in Nederland op een nette manier worden geholpen. We noemen dit de controlerende of waakhondfunctie van de media.
corruptie
Een politieke of economische situatie waarbij iemand zijn machtspositie misbruikt om er zelf beter van te worden.
waakhondfunctie
Ook wel controlefunctie genoemd. Een doel van de journalistiek om te controleren of de overheid, organisaties en bedrijven zich aan de regels houden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controlerende functie
Een waakhond is er om een huis of gebouw te beschermen. De hond gaat blaffen als er iets gebeurt wat niet klopt. Journalisten doen eigenlijk hetzelfde. Ze beschermen de democratie: wanneer ze denken dat er iets fout gaat, dan schrijven ze erover, om het onder de aandacht te brengen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de waakhondfunctie (of controlefunctie) belangrijk voor de democratie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zouden overheden de 'tandeloze' versie de voorkeur geven?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Artikel:
Halbe Zijlstra houdt eer aan zichzelf en stapt op

Halbe Zijlstra stapt op als minister van Buitenlandse Zaken omdat hij heeft gelogen over een bezoek aan president Poetin. “Het is de grootste fout die ik heb begaan. Daarom heb ik gekozen om te gaan.”

De minister was onder vuur komen te liggen nadat hij bleek te hebben gelogen over een ontmoeting met Poetin in 2006. Hij gaf zijn leugen in de Volkskrant toe.
Bron: RTL Nieuws, 2018

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:14
Welke functie van de media past het best bij deze gebeurtenis?
A
De informatieve functie
B
De amusementsfunctie
C
De controlerende functie
D
De meningsvormende functie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:14
Via welk medium kwam de leugen van Zeilstra aan het licht?
A
Via YouTube
B
Via de Volkskrant
C
Via het NOS journaal
D
Via de LINDA

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:14
Waarom stapt de minister op?
A
Omdat hij heeft gelogen.
B
Omdat hij er geen zin meer heeft.
C
Omdat zijn termijn erop zit.
D
Omdat hij een slappe minister is.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de reden dat de journalist Khashoggi waarschijnlijk is vermoord?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zou dit Nederlandse journalisten ook kunnen overkomen? Leg uit waarom wel of niet.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nepnieuws
Aan het begin van deze les spraken we al over Wikipedia. Het internet biedt iedereen de mogelijkheid om een rol te spelen in de nieuwsvoorziening.
Je hoort dan ook steeds vaker het woord nepnieuws. Dat zijn artikelen die er betrouwbaar uitzien, maar dit eigenlijk helemaal niet zijn. Omdat ze er zo betrouwbaar eruitzien, worden ze via sociale media vaak gedeeld.
nepnieuws
Nieuwsartikelen die er betrouwbaar uitzien, maar dat niet zijn. Ze verspreiden nieuws dat niet waar is.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Artikel:
Coronapaniek werkt nepnieuws in de hand

Nu ook Nederland in de ban is van het coronavirus, wordt nepnieuws over Covid-19 aan de lopende band verspreid. Dit kan leiden tot grote ongerustheid en onduidelijkheid.

Allerhande huis-tuin-en-keukentips waarmee je het virus niet zou oplopen, filmpjes van mensen die zomaar op straat neervallen getroffen door Covid-19, en berichten over een ziekenhuis in Noord-Brabant waar de situatie niet meer onder controle zou zijn.

Lees het hele artikel

Bron: RTL Nieuws, 2020

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet je of nieuws betrouwbaar is?
Ze passen hoor en wederhoor toe.
Dit wil zeggen dat een journalist alle kanten van een verhaal vertelt.
Ze scheiden feiten en meningen van elkaar.
Het is duidelijk wanneer er een mening wordt gegeven, dan staat het tussen “deze haakjes” en wordt iemand geciteerd.
Ze gebruiken feiten die terug te vinden zijn in andere bronnen.
Alle feiten zijn te controleren met andere bronnen.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zouden mensen snel nepnieuws maken over het coronavirus?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nepnieuws of niet?
Geef van ieder ‘nieuwsfeit’ aan of dit betrouwbaar is en waaraan je dit kunt zien.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

#1 Het gaat weer vriezen
AMSTERDAM – Volgens meteorologisch instituut Weeronline gaat de temperatuur komende dagen ’s nachts beneden het vriespunt.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

#2 Ontslag wacht agenten na arrestatie
BREDA – Twee agenten uit Breda zullen binnenkort ontslagen worden nadat beelden online kwamen waarin ze hardhandig een dief arresteerden.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

#3 Klimaatproblemen blijken grote leugens
Volgens dhr. D.L. Regeert zijn de klimaatproblemen een grote leugen. Het weer is ieder jaar anders. “Vorig jaar sneeuwde het nog in januari,” aldus de fanatieke klimaatontkenner.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

#4 Dodental van Amerikaanse bomaanval op 94
Het dodental van de Amerikaanse bomaanval op Afghanistan is opgelopen tot 94, zegt een woordvoerder van de provincie Nagarhar. Volgens de woordvoerder zijn de doden allen IS-strijders.

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de huid van een nepnieuws maker
Kruip in de huid van een nepnieuwsmaker. Weet jij hoe je nepnieuws maakt? Leer alle trucs en tips op SlechtNieuws.nl.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Bron
  • Feit 
  • Mening
  • Objectief
  • Subjectief

  • Corruptie
  • Waakhondfunctie


Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede betekenis van:
bron
A
Een plek waar je informatie vandaan haalt.
B
Iets dat informatie geeft.
C
Een plek waar je informatie koopt.
D
Een plek waar je water kan halen.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede betekenis van:
feit
A
Iets dat je niet kan controleren.
B
Iets dat je kan controleren.
C
Iets dat je vindt.
D
Iets dat iemand anders vindt.

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede betekenis van:
mening
A
Iets dat je niet kan controleren.
B
Iets dat je kan controleren.
C
Iets dat je vindt.
D
Iets dat iemand anders vindt.

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede betekenis van:
objectief
A
Wat iemand ergens van vindt.
B
Hoe iets werkelijk is.
C
Iets dat je kan controleren.
D
Iets dat gebeurd in de media.

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede betekenis van:
subjectief
A
Wat iemand ergens van vindt.
B
Hoe iets werkelijk is.
C
Iets dat je kan controleren.
D
Iets dat gebeurd in de media.

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bedrijf dat nieuwsberichten verkoopt aan nieuwsbedrijven, noemen we een:
A
Journalist
B
Redactie
C
Persbureau
D
Mediabedrijf

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Journalisten zijn belangrijk in onze samenleving, omdat:
A
Ze weten wat er in de samenleving speelt.
B
Ze zorgen voor infotainment.
C
Ze de overheid en organisaties controleren op fouten.
D
Ze de informatie vanuit de overheid overbrengen.

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

GEEN kenmerk van een betrouwbare bron is:
A
Er staan veel taal- en spelfouten in de bron.
B
In het bericht wordt een andere nieuwsbron aangehaald.
C
Alle partijen komen in het nieuwsbericht aan het woord.
D
Het bericht gaat alleen maar over feiten.

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 55 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies