Module 2: Les 4: Wees geen ezel!
1 / 18
Lesduur is: 75 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Vertel: Deze les gaat over geldezels of in het Engels ‘money mules’.
Wat dit zijn, wordt later uitgelegd in de les.
Hoe kom je als jongere aan (extra) geld? Een handige en makkelijke manier lijkt om geld te kopiëren. De kopieerapparaten zijn tegenwoordig zo goed! Zullen we het eens proberen? Ik heb hier een briefje van …, we lopen even naar het kopieerapparaat om het te kopiëren.
Loop nu met de klas naar het kopieerapparaat en maak een kopie van het briefgeld. Neem het kopie (bijvoorbeeld in een grote envelop die je aan een leerling in bewaring geeft) mee terug naar de klas en laat het zien. Het blad is leeg, geld kun je niet kopiëren, daar zijn de meeste nieuwe kopieerapparaten tegen beveiligd.
Maar hoe kom je als jongere dan aan geld? Laat de leerlingen met suggesties komen. Ga nog niet teveel op de inhoud in.
Slide 4 - Video
Laat het filmpje zien. Zet het filmpje even stil bij 2.14 minuten en laat de leerlingen opschrijven welk schilderij 2 miljoen euro waard is, links of rechts. Het antwoord komt later in het filmpje.
TIP:
Kijk op
https://www.dedagvandaag.nl/ voor een koppeling met de actualiteit om de les meer urgentie te geven.
Slide 5 - Tekstslide
Vertel: We zagen net deze 9 tips om als jongere geld te verdienen. Welke tip zou in jouw top 3 terecht komen? Schrijf de 3 nummers van jouw top 3 op je wisbordje. Bespreek nu eerst in je groepje wat jullie gekozen hebben en waarom. Laat de leerlingen kort samen bespreken wat ze gekozen hebben en waarom.
Ga dan turven, met de pentool kunnen er streepjes achter de tips worden gezet. Laat de leerlingen bij elke tip de vinger opsteken als die op hun wisbordje staat. Welke tip krijgt de meeste stemmen?
Slide 6 - Tekstslide
Vertel: Het zijn criminelen die gebruik maken van geldezels. Dus voordat we het over geldezels gaan hebben, kijken we eerst eens naar een bekende methode waarop criminelen aan geld komen. Deze methode wordt phishing genoemd. Wie van jullie heeft daar wel eens van gehoord? Laten we eens gaan kijken wat dat is. --> video start op de volgende slide of via onderstaande link:
https://schooltv.nl/video/wat-is-phishing-digitale-dieven-vissen-naar-jouw-persoonlijke-gegevens/
Slide 7 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Vertel: Het herkennen van phishing is niet eenvoudig, maar er zijn wel een aantal zaken waar je op kunt letten. Gebruik hiervoor de bijlage van de handleiding. Bespreek de tips die op het bord staan. Een optie is om samen de quiz te doen die in de link staat. Er staan twee vragen in die de leerlingen mogelijk niet weten, maar de overige zes zijn goed te doen.
Slide 9 - Video
Bekijk het filmpje. Hierin wordt uitgelegd wat een geldezel is en hoe witwassen werkt. Geef de volgende kijkvraag mee aan het begin: voor wie is dit filmpje bedoeld? Stel na afloop de volgende vragen:
• Waarom heeft de crimineel een geldezel nodig? (om crimineel geld wit te wassen)
• Wat vraagt de crimineel aan de geldezel? (banknummer, pasje en pincode)
• Wat gebeurt er dan? (Het criminele geld wordt op de rekening van de geldezel gestort en door de crimineel wordt het er direct afgehaald bij een pinautomaat of overgeschreven naar een buitenlandse bank. De geldezel krijgt daar een klein bedrag voor.)
• Hoe komt het dat de politie bij de geldezel uitkomt en niet bij de crimineel? (De crimineel is verdwenen zodra het geld is gepind.)
• Ben je als geldezel strafbaar? (Ja, je hebt je bezig gehouden met het witwassen van geld en dat is strafbaar. Daarnaast moet je ook het gestolen geld terugbetalen!)
Slide 10 - Tekstslide
Vertel: Weet je nog, aan het begin van de les hadden we het over geld verdienen voor jongereeren. De conclusie was toen: snel en makkelijk geld verdienen bestaat eigenlijk niet. Dus ook niet door een geldezel voor criminelen te zijn. De kans dat je door de politie opgespoord wordt is groot en dan ben je de klos. Maar hoe zit het dan met al die filmpjes op YouTube waarin gezegd wordt dat iedereen makkelijk geld kan verdienen?
We zullen eens op YouTube kijken om welke filmpjes dat gaat. Ga naar youtube en typ in de zoekbalk ‘makkelijk geld verdienen’.
Vraag aan de leerlingen wat hen opvalt. Antwoorden kunnen zijn:
• de teksten (unieke methodes, snel geld verdienen, zonder investering)
• de kleuren (felle kleuren, randjes om de video’s)
• gebruik hoofdletters
• anonieme gebruikersnamen
• Welke filmpjes lijken wel betrouwbaar? (bijvoorbeeld van de NOS of van andere omroepen of van de consumentenbond)
Slide 11 - Tekstslide
Er zijn best veel gevaren op het internet waar jongeren extra kwetsbaar voor zijn. Vraag aan de klas: Kunnen jongeren nog wel veilig deelnemen aan de digitale wereld of zouden zij geweerd moeten worden van het internet? En is het weren van jongeren van het internet een goede oplossing, of zijn er betere oplossingen te bedenken?
Laat een derde van de klas de pet opzetten van de jongere, een derde van de ouder en een derde van de leerkracht. Laat leerlingen uit de verschillende groepen samen of in kleine groepjes, bespreken hoe zij, vanuit dat perspectief, kijken naar het probleem. Hoe kijken de verschillende personen aan tegen het dilemma en wat zou een oplossing kunnen zijn? Geef hen de tijd om hun standpunt te bepalen en een mogelijke oplossing te bedenken. Bespreek daarna klassikaal de reacties op het dilemma en eventuele oplossingen.
Slide 12 - Tekstslide
Vertel: Om anderen te waarschuwen voor criminelen die jou als geldezel willen gebruiken, gaan jullie een waarschuwingsposter maken. Zo’n poster werkt een beetje hetzelfde als een reclameposter. Je zorgt dat de poster opvalt en dat het meteen duidelijk is wat je boodschap is. Een slogan werkt ook goed. Weten jullie wat dit is? (een korte pakkende zin, een reclamespreuk) Laat de leerlingen reageren. Kent iemand een slogan? Denk bijvoorbeeld aan verkeersveiligheid: ‘Ben je de Bob, zeg het hardop’, of: ‘Laat je telefoon lekker zitten en hou 95 euro in je zak’ of ‘Van A naar Beter’),
vuurwerkcampagne (‘Je bent een rund als je met vuurwerk stunt’, of ‘Verknal het niet!’) of reclame van producten (‘Heerlijk helder Heineken, ‘Retteketet naar Beter Bed’ of ‘Bloemen houden van mensen’.)
Wat zijn kenmerken van goede slogans? Bespreek de tips die op het bord staan. Hier zie je een aantal voorbeelden bij de tips:
1. Hallo Jumbo, de Bob, #Doeslief
2. Even Apeldoorn bellen, Foutje bedankt, Geen bommetje
3. Leuker kunnen we ’t niet maken, wel makkelijker, De krant van wakker Nederland, Heerlijk helder Heineken
4. Een beter milieu begint bij jezelf, Alles voor een glimlach
Slide 13 - Tekstslide
Vertel: Om tot een goede slogan te komen, is het handig om veel woorden te bedenken die met het onderwerp te maken hebben. In jullie DIY-opdracht staat dezelfde afbeelding als op het bord. Bespreek hoe dit schema werkt. Begin met woorden die direct met de boodschap te maken hebben zoals: ezel, geld, criminelen, bank, pincode, witwassen. Ga daarna bij elk woord weer een nieuw woord bedenken. Dat noem je associëren, verband aanbrengen tussen woorden. Doe het bij één woord voor en geef de leerlingen daarna kort de tijd om woorden te bedenken.
Slide 14 - Tekstslide
Vertel: Nu gaan jullie aan de slag. In je DIY-opdracht vind je een stappenplan hoe je met PowerPoint online een digitale poster kunt maken. Zorg ervoor dat je slogan goed in beeld is en gebruik een paar afbeeldingen die goed bij je boodschap horen. Spreek met de leerlingen af hoe de poster gedeeld wordt met de leerkracht. Zet eventueel de vorige slide op het bord zodat ze kunnen nadenken over hun slogan.
Er kan ook gekozen worden voor het maken van de poster op papier of voor het maken van een tegeltje, zie daarvoor opdracht 4 in de DIY.
Slide 15 - Tekstslide
Als de posters klaar zijn kunnen deze samen bekeken en besproken worden. Wat vinden de leerlingen van de slogans, springt er één uit? En waarom is dat zo’n goede slogan?
Bespreek met de leerlingen de onderwerpen die op het bord staan. Wat hebben ze onthouden van deze les? Wat vinden ze ervan dat ze iets geleerd hebben over een onderwerp waar ze zelf nog nauwelijks iets mee te maken hebben?
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe vond je
deze les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
