1 vwo 2.3 deel 1

Startopdracht
Wat:     pak al je spullen 
              (boek, schrift, pen of potlood)
              en schrijf het huiswerk op in je planner

Klaar:  wacht in stilte tot de les begint


Huiswerk: § 2.3 27 t/m 33 (let op wijkt af van de studiewijzer)
timer
2:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Wat:     pak al je spullen 
              (boek, schrift, pen of potlood)
              en schrijf het huiswerk op in je planner

Klaar:  wacht in stilte tot de les begint


Huiswerk: § 2.3 27 t/m 33 (let op wijkt af van de studiewijzer)
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Herhalen: rekenvolgorde
- Uitleg 2.3: breuken
- Zelfstandig oefenen



Huiswerk: § 2.3 27 t/m 33

Slide 2 - Tekstslide

Kennen en kunnen
Kennen:                  
- Regels voor het rekenen met breuken

Kunnen:
- Breuken vereenvoudigen
- Breuken optellen en aftrekken


Huiswerk: § 2.3 27 t/m 33

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen rekenvolgorde
Probeer samen met je buurman/buurvouw volgende som uit te rekenen







Let op! Schrijf je berekening op zoals je geleerd hebt in de les
(3624+(31))4
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

2.3 Breuken
Breuken vereenvoudigen

Voorbeeld 1:


Voorbeeld 2:


Voorbeeld 3:
6212
512
6036

Slide 5 - Tekstslide

2.3 Breuken
Breuken vereenvoudigen

Voorbeeld 1:


Voorbeeld 2:


Voorbeeld 3:
6212=316
512=252
6036=53

Slide 6 - Tekstslide

2.3 Breuken optellen
Het bovenste getal bij een breuk heet de teller 
en het onderste getal heet de noemer.


Slide 7 - Tekstslide

2.3 Breuken optellen
Het bovenste getal bij een breuk heet de teller 
en het onderste getal heet de noemer.

Breuken met dezelfde noemer zijn gelijknamig.

Slide 8 - Tekstslide

2.3 Breuken optellen
Het bovenste getal bij een breuk heet de teller 
en het onderste getal heet de noemer.

Breuken met dezelfde noemer zijn gelijknamig.

Slide 9 - Tekstslide

Breuken met dezelfde noemer
Voorbeeld 4: 


Voorbeeld 5: 

91+93
72+74

Slide 10 - Tekstslide

Breuken met dezelfde noemer
Voorbeeld 4: 


Voorbeeld 5: 


Maar wat als de noemer niet hetzelfde is???

91+93
72+74

Slide 11 - Tekstslide

Breuken met andere noemers
Voorbeeld 6:


Voorbeeld 7:  




31+21
15354

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen!
Wat:         maken opgave 27 
Hoe:         zelfstandig
Vraag:     kijk eens naar de voorbeelden op het bord
Klaar:      maak opgave 28





timer
4:00

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen!
Wat:         maken § 2.3 27 t/m 33
Hoe:         zelfstandig in stilte
Vraag:     lees de theorie en probeer het nog een keer





timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen!
Wat:         maken § 2.3 27 t/m 33
Hoe:         zelfstandig
Vraag:     de docent loopt in een vaste route langs





Slide 15 - Tekstslide

Deze les en volgende les
Kennen:                  
- Regels voor het rekenen met breuken

Kunnen:
- Breuken vereenvoudigen
- Breuken optellen en aftrekken

Volgende les: 2.3 afronden

Slide 16 - Tekstslide