2.2

Ga zitten op je vaste plek
Zet computer aan
Log in
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Ga zitten op je vaste plek
Zet computer aan
Log in

Slide 1 - Tekstslide

WELKOM
3 Kader
Welkom

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
Opstarten
05 min
Bekijken docu over de DDR
20 min
Bespreken kijkvragen
05 min
Terugblik klas 1: Stadswijken
10 min
Uitleg paragraaf 2.2
10 min
Check met LessonUp
10 min
Aan de slag met huiswerk
20 min

Slide 3 - Tekstslide

Docu:
  • Wat? Bekijk de docu over de DDR en maak de kijkvragen (zie Magister Berichten)
  • Hoe? Zelfstandig, in stilte
  • Hulp? Buur, docent
  • Tijd?  20 minuten
  • Klaar? Maak 2.1 af en lees + maak 2.2
timer
20:00

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: 
Bevolking en ruimte
§2.2 Wonen en werken in Nederland en Duitsland

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Bron 33

Slide 7 - Tekstslide


Slide 8 - Open vraag

Verstedelijking 
Urbanisatie
Suburbanisatie 
Trek vanuit stad naar omliggende platteland 
Groei van stedelijke gebieden in een land
Trek van platteland naar de stad 

Slide 9 - Sleepvraag

1950
1970 en later 
1960

Slide 10 - Sleepvraag

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
nieuwbouwwijken
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 11 - Sleepvraag

Oost-Duitsland
  • vanaf jaren 1950: vooral eenvoudige betonnen flats

  • vanaf 1990: suburbanisatie 

  • val van de muur 9-11-1989


West Duitsland
  • vanaf jaren 1950: nieuwbouwwijken met flats

  • vanaf jaren 1970: wijken met eengezinswoningen

  • vanaf jaren 1960: suburbanisatie  


Wonen in Duitsland: Wederopbouw
Oost-Berlijn 1965
Plattenbau
West-Berlijn 1965

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Werken: Nederland vanaf 1950

  • Dienstensector is steeds
belangrijker geworden

  • Veel industriële bedrijven
moesten sluiten

  • Stedelijke gebieden hebben zich gespecialiseerd



Slide 14 - Tekstslide

Werken: Duitsland vanaf 1950

  • Dienstensector is steeds belangrijker geworden

  • Veel werkloosheid in oude industriegebieden
    - Ruhrgebied
    - voormalig Oost-Duitsland

  • Veel Oost-Duitse bedrijven moesten na de eenwording sluiten



Slide 15 - Tekstslide

Voorzieningen vanaf 1950
Nederland 
  • Steeds meer voorzieningen sinds 1950
  • Bevolking is gegroeid
  • Mensen verdienen meer geld
  • Sommige voorzieningen verdwijnen
Duitsland 
  • Ontwikkelingen zijn vergelijkbaar met Nederland
  • Minder voorzieningen in Oost-Duitsland dan in West-Duitsland
  • Veel voorzieningen op het platteland verdwijnen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoe armer een land, hoe....
A
groter de primaire sector
B
kleiner de primaire sector
C
minder verschil is in de sectoren
D
hoe minder mensen in de landbouw werken

Slide 18 - Quizvraag

Secundaire sector
Tertiaire sector
Primaire sector

Slide 19 - Sleepvraag

UIt hoeveel sectoren bestaat de beroepsbevolking?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Welke sector is niet één van de officiële sectoren?
A
Primaire Sector
B
Secundaire Sector
C
Informele Sector
D
Tertiaire Sector

Slide 21 - Quizvraag

Onder welke sector valt deze varkensboer?
A
De primaire sector
B
De secundaire sector
C
De tertiare sector
D
Geen van alle sectoren

Slide 22 - Quizvraag

Welke van de vier sectoren
zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 23 - Quizvraag

Wat valt niet onder voorzieningen?
A
Winkels
B
Ziekenhuizen
C
Scholen
D
Woningen

Slide 24 - Quizvraag

Een kenmerk van een landelijk gebied is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen stedelijk netwerk / stedelijk gebied?
A
Randstad
B
Twente
C
Brabantse stederij
D
Leeuwarden

Slide 26 - Quizvraag

Van vroeger naar nu:
A
urbanisatie - re-urbanisatie - suburbanisatie.
B
suburbanisatie - urbanisatie - re-urbanisatie
C
suburbanisatie - re-urbanisatie - urbanisatie
D
urbanisatie - suburbanisatie - re-urbanisatie

Slide 27 - Quizvraag

Verstedelijking = urbanisatie
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quizvraag

Suburbanisatie = verstedelijking
A
goed
B
fout

Slide 29 - Quizvraag

Huiswerk
  • Wat? Maak paragraaf 2.1 + paragraaf 2.2 helemaal af
  • Hoe? Zelfstandig, overleggen mag
  • Hulp? Buur, docent
  • Tijd?  Tot einde van de les
  • Klaar? Lees paragraaf 2.3 alvast door + maak deze

Slide 30 - Tekstslide