Hfst 1 Wat een talent 1.2. Gedicht

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands (je boek en je laptop) 
Log alvast in. 

Als ik zo de absentie ga doen, zit je klaar met alles, anders heb je een streepje. 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands (je boek en je laptop) 
Log alvast in. 

Als ik zo de absentie ga doen, zit je klaar met alles, anders heb je een streepje. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen: Regels
 Neem je spullen mee: niet bij je --> 1 streepje bij 3 streepjes 
= sanctie   Deze sanctie wordt steeds groter. 
Bij huiswerk precies hetzelfde. 

Klassenplattegrond: Als cijfers slecht (1 - 6) zijn, bepaal ik waar je zit, tot je cijfer weer hoger is (6 -1 0)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopbouw:
Absentie
Hfst overzicht
Herhaling vorige les
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hfst overzicht: Wat een talent!
Les 1: Fictie
Les 3: Lezen
Les 2: Gedicht
Les 5: Woorden
Les 6: Spreken, kijken en luisteren
Les 7: Grammatica
Les 8: Spelling
Les 9 Media en onderzoek:  Daarna Toets Thema 1
Les 4: Schrijven en formuleren thema 1 en 2:  Daarna SO

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Hfst 1 Wat een talent 1.1. Fictie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de vorige les/paragraaf: Fictie
Ik weet het verschil tussen fictie en non-fictie. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen:
Met moeite = het gaat makkelijk
A
Waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen:
Heb me erbij neergelegd: Ik heb geaccepteerd dat het zo is
A
Waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen:
ouderwets = uit de mode
A
Waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen:
Wat betekent origineel?
A
apart en verrassend
B
iets is hetzelfde

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik het volgende begrip in een zin: 'Het ver gaan schoppen'

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is fictie:
A
Fictie is niet verzonnen. Kranten, recepten enz
B
Fictie zijn verzonnen verhalen. Denk aan films en sprookjes

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van non-fictie
A
sprookjes
B
films
C
een informatiefboek
D
strips

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hfst 1 Wat een talent 1.2. Gedicht
Doel: Je kan een gedicht herkennen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activiteit: Blijf staan als.....
Schuif je stoel naar achteren en ga staan. 
Ga zitten als je antwoord NEE is. 

(ook voor de volgende slide)

Slide 15 - Tekstslide

Stel de vragen in opdracht 1 blz 16

Slide 16 - Tekstslide

Is dit een gedicht?
Zo ja hoezo? 
Wat vind je ervan? 
Wat maakt een gedicht een gedicht?
Een gedicht is een tekst waarbij een schrijver goed heeft nagedacht over de manier waarop hij de woorden en zinnen van de tekst opschrijft. Een gedicht kan heel kort of heel lang zijn. Het kan overal over gaan. De schrijver gaat creatief om met taal. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen lezen: blz 16
Regels: Als je een beurt krijgt, lees je hardop voor. Fouten maken mag, we zijn hier om te leren. 
Zorg dat je weet waar je bent, weet je het niet: 1 waarschuwing de volgende keer strafwerk (thuis de tekst overschrijven)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maken opdrachten op blz 16 en 17
opdracht 2 - 5
Beschrijf uitgebreid je antwoorden.
Zo oefen je alvast voor de toets. 

Rood = je werkt stil
oranje = je mag zachtjes vragen stellen aan de mensen om je heen
groen: je mag vragen stellen aan de leerkracht/samenwerken
Timer: de tijd die je voor de opdracht hebt. 
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken opdrachten: 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hfst 1 Wat een talent 1.2. Gedicht
Doel: Je kan een gedicht herkennen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je een gedicht?
A
Het is eentonig, heeft lange zinnen .
B
Korte zinnen, het heeft een klank of ritme als je het leest.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een gedicht?
Leg uit.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een gedicht?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf maken van een gedicht
Ik kan een gedicht maken. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf maken van een gedicht
Ik kan een gedicht maken. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf maken van een gedicht
We maken een Elfje.
 Je mag het alleen doen of in een groepje. 
Kies een onderwerp. Maak een woordweb en maak daarna je elfje. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het maken van een elfje

Een elfje is een gedicht van 11 woorden, verdeeld over 5 regels. De eerste regel heeft 1 woord, de tweede regel heeft 2 woorden, de derde 3, de vierde 4 en de vijfde weer 1 woord. Het elfje kan een klein verhaaltje zijn dat je afsluit met een samenvattend woord of het is een zin met 11 woorden. En soms is het een combinatie van beide.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het maken van een elfje

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jullie aandacht!
Je weet nu waar je een gedicht aan kan herkennen. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies