2. Het medialandschap deel 2

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Media die hun boodschap uitzenden naar een groot publiek noemen we....
A
massacommunicatie
B
massamedia
C
medium
D
zender

Slide 4 - Quizvraag

Dat je voorzichtig bent en kritisch omgaat met media.
A
Sluikreclame
B
censuur
C
persvrijheid
D
mediawijsheid

Slide 5 - Quizvraag

“Selectieve perceptie betekent dat je zelf kiest wat je wilt zien en wilt horen.”
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Welke media ken jij?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Welke kranten ken jij?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld kwaliteitskrant: Veel teksten (lange teksten...). Minder sensatie.
Voorbeeld populaire krant: Grote teksten... Veel fotos en grote fotos! 

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn populaire kranten en kwaliteitskranten.
Welke soort krant koopt iemand die over bekende mensen wil lezen eerder?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Tijdschriften
Tijdschriften hebben een aantal kenmerken:
  • Ook een tijdschrift wordt gemaakt voor een doelgroep (bijvoorbeeld mensen die van voetbal houden of jongeren).
  • Een tijdschrift verschijnt niet elke dag, zoals een krant, maar elke week of elke maand.
 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Hoe wordt de groep mensen die bepaalt wat er in een krant, tijdschrift of programma komt ook wel genoemd?
A
Doelgroep
B
Redactie
C
Overheid
D
Zender

Slide 23 - Quizvraag

Een groep mensen met bepaalde kenmerken.
A
Doelgroep
B
Stereotype
C
vooroordeel

Slide 24 - Quizvraag

Er zijn populaire kranten en kwaliteitskranten.
Wat zijn twee kwaliteitskranten?

A
Telegraaf en Trouw
B
AD en de Volkskrant
C
Metro en AD
D
NRC en de Volkskrant

Slide 25 - Quizvraag

Commerciële omroepen moeten zich houden aan een maximum hoeveelheid reclame op tv.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide