3.2 Zien

3.2 Zien
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

3.2 Zien

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Controle van vorige les.
Stukje uitleg over 3.2 Zien.
Het spel van zelfstandig werken!
(bij tijd over)

Slide 2 - Tekstslide

3.2 Zien
1. Delen van je oog benoemen en van ieder deel de functie.
2. Beschrijven hoe je ogen werken.
3. Uitleggen hoe je kleuren waarneemt.
4. Uitleggen waardoor er steeds genoeg licht in je 
oog komt.
5. Uitleggen waardoor je scherp kunt zien.
6. Uitleggen wanneer iemand een bril nodig heeft.
7. Uitleggen hoe je diepte ziet.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Onderdelen van het oog aan de buitenkant.
Je ogen liggen in de oogkas.
De iris is het gekleurde deel in je oog.
De pupil is een opening waar het licht doorheen gaat.
Het oogwit ligt om de iris heen.
De wenkbrauw, oogleden, wimpers, traanklier en traanbuis beschermen je ogen op verschillende manieren.

Slide 5 - Tekstslide

Pak een potlood en vel papier.
We gaan stap voor stap het oog tekenen.
Let goed op!
Pak een grijs, rood, blauw en groen potlood/stift.

Slide 6 - Tekstslide

Onderdelen van het oog
Onderdelen voorkant van het oog.
Onderdelen achterkant van het oog.
Straallichaam
Hoornvlies
Lens
Pupil
Iris
Lensbandjes
Spier
Harde oogvlies
Vaatvlies
Netvlies
Gele vlek
Blinde vlek
Oogzenuw

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zie je kleur?

Slide 9 - Tekstslide

Spel van zelfstandig werken
Hoe werkt dat?
Als klas, draaien aan een schijf.
De kleur bepaalt het het doel: een aantal opdrachten en of je die moet nakijken of niet.
Iedereen het doel behaalt? Sticker verdient!
Stickerkaart vol? Beloning voor de klas.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

3.2 Zien

Slide 12 - Tekstslide

Planning
Controle van vorige les.
Vervolg uitleg over 3.2 Zien.
Het spel van zelfstandig werken!
(bij tijd over)

Slide 13 - Tekstslide

3.2 Zien
1. Delen van je oog benoemen en van ieder deel de functie.
2. Beschrijven hoe je ogen werken.
3. Uitleggen hoe je kleuren waarneemt.
4. Uitleggen waardoor er steeds genoeg licht in je 
oog komt.
5. Uitleggen waardoor je scherp kunt zien.
6. Uitleggen wanneer iemand een bril nodig heeft.
7. Uitleggen hoe je diepte ziet.

Slide 14 - Tekstslide

De pupilreflex

Slide 15 - Tekstslide

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij
Plat = veraf

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Een bril?
Korte oogbol = verziend = bolle lenzen bril (+)

Lange oogbol = bijziend = holle lenzen (-)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Diepte
Diepte zien, oftewel 3D zien, is nodig om afstanden in te schatten!

Slide 21 - Tekstslide

Spel van zelfstandig werken
Hoe werkt dat?
Als klas, draaien aan een schijf.
De kleur bepaalt het het doel: een aantal opdrachten en of je die moet nakijken of niet.
Iedereen het doel behaalt? Sticker verdient!
Stickerkaart vol? Beloning voor de klas.

Slide 22 - Tekstslide