Trappen van vergelijking klas 1

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

The plan for today
Aim: you can use: Degree (steps) of comparison
Practice
Quizlet live

Slide 2 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 3 - Tekstslide

Vergrotende trap
Als je wil zeggen dat iets kleiner/sneller/langer is dan iets anders, zet je -er  achter het woord


Als het woordje toevallig al op een -e eindigt, hoeft je er alleen maar een -r achter te plakken. 
safe - safer


Slide 4 - Tekstslide

smaller
faster
taller

Slide 5 - Tekstslide

Overtreffende trap
Als je wil zeggen dat iets het kleinst/het snelst/het langst is , zet je -est achter het woord

Slide 6 - Tekstslide

smallest
fastest
tallest

Slide 7 - Tekstslide

Let's test it!
Schrijf op het stippellijntje de goede vergrotende trap of de overtreffende trap!
Je gebruikt het woord dat tussen haakjes staat.

Slide 8 - Tekstslide

A rabbit is ____ than a mouse. (fast)

Slide 9 - Open vraag

A banana is ____ than an apple. (sweet)

Slide 10 - Open vraag

The flight to Australia is the ______. (long)

Slide 11 - Open vraag

The colour brown is ____ than yellow. (dark)

Slide 12 - Open vraag

Antarctica is the ____. (cold)

Slide 13 - Open vraag

She is the ________ girl in school. (tough)

Slide 14 - Open vraag

Do you think he is ______than Steve? (short)

Slide 15 - Open vraag

My uncle is the _______man I know. (strong)

Slide 16 - Open vraag

Self study
Practice Quizlet 

Slide 17 - Tekstslide