basisstof 1 en 2

 Thema 7
 B1 Het inwendig milieu
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Thema 7
 B1 Het inwendig milieu

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Uitleg basisstof 1 en 2
Opdrachten basisstof 1 en 2
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Thema 7 Opslag, uitscheiding en bescherming


1 Een constant inwendig milieu
2 De lever
3 De nieren
4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
5 Afweer
6 Transplantaties en bloedtransfusies

Slide 3 - Tekstslide

B1: Een constant inwendig milieu


Th8: Opslag, uitscheiding en bescherming

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen:
Ik kan uitleggen hoe het inwendig milieu constant blijft
Ik kan benoemen wat het inwendig- en het uitwendig milieu is en de verschillen tussen beide benoemen,
Ik kan uitleggen waarom het lichaam aan opname, uitscheiding en opslag doet.
 Ik ken de organen die een rol spelen bij het instant houden van het inwendige milieu.

Slide 5 - Tekstslide

Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming


Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer
Inwendig milieu:
= bloedplasma &                             weefselvloeistof
= opgenomen in de                         bloedsomloop

Uitwendig milieu:
  • buiten je lichaam
  • lucht in je longen
  • inhoud darmkanaal

Slide 6 - Tekstslide

Welke 2 stoffen worden uitgescheiden door de longen?
A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Waterdamp

Slide 7 - Quizvraag

Bij het inwendig milieu horen:
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 8 - Quizvraag

Welke stoffen zitten in je inwendig milieu?
A
glucose in je bloedplasma
B
zuurstof in je longen
C
vitamine in je dikke darm
D
zouten in je urine

Slide 9 - Quizvraag

Bij het uitwendig milieu horen
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 10 - Quizvraag

Hoe houdt je lichaam het inwendige milieu constant, gelijk?
Door stoffen:
  • op te nemen / opname
  • door stoffen uit te scheiden / uitscheiding
  • door stoffen op te slaan / opslag

Slide 11 - Tekstslide

Opname:
  • Inademen
  • Eten
  • Drinken

Opname naar de bloedsomloop om in 
het inwendig milieu 
te komen.
Uitscheiding:
  • Uitademen
  • Plassen
  • Gal

Poepen is geen uitscheiding, want dat zijn de onverteerde voedselresten die nooit opgenomen zijn in het bloed.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Eilandjes van Langerhans

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De longen houden het inwendig milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 19 - Quizvraag

Het gele beenmerg houdt het inwendige milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 20 - Quizvraag

Welke rol heeft de lever bij het instant houden van een constant inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 21 - Quizvraag

Welke rol spelen de nieren bij het constant houden van het inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 22 - Quizvraag

Basisstof 2 De lever


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Basisstof 3 De lever
Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven en je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever (homeostase)

Slide 25 - Tekstslide

Functies van de lever:

  • Constant houden van het glucosegehalte in het bloed
  • Productie van fibrinogeen (bloedstolling)
  • Productie van gal (emulgeert vetten)
  • Afbraak van overschot eiwitten (ureum is de afvalstof)
  • Afbraak van dode rode bloedcellen 
                                 (galkleurstoffen is het afbraakproduct)
  • Ontgifting van bloed (o.a. alcohol, drugs, medicijnen)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Belangrijke bloedvaten:

  • Leverslagader: 
  • tussen aorta en lever

  • Leverader: 
  • tussen lever en holle ader

    Poortader: 
  • tussen darmen en lever
  • Slide 29 - Tekstslide

    Hepatitis

    • Virus
    • Besmetting via bloed, sperma of vaginavocht
    • Kan leverkanker of levercirrose veroorzaken.

    Slide 30 - Tekstslide

    Onder invloed van ......... slaat de lever glucose op
    A
    Glycogeen
    B
    Insuline
    C
    Langerhans
    D
    Bloedsuikerspiegel

    Slide 31 - Quizvraag

    Door insuline slaat de lever glucose op in de vorm van
    A
    Glycogeen
    B
    Vet
    C
    Langerhans
    D
    Bloedsuikerspiegel

    Slide 32 - Quizvraag

    Wat doet de lever?
    A
    De lever slaat glucose op
    B
    De lever breekt bloedplasma af
    C
    De lever breekt cholesterol af
    D
    De lever voorziet de darmen van zuurstof

    Slide 33 - Quizvraag

    Wat is de functie van dit orgaan in de spijsvertering?
    A
    Gal verwijderen
    B
    Gal maken
    C
    Gal opslaan
    D
    Gal verteren

    Slide 34 - Quizvraag

    Hoe wordt hepatitius niet overgedragen?
    A
    Sperma
    B
    Vaginaal Vocht
    C
    Speeksel
    D
    Bloed

    Slide 35 - Quizvraag

    Wat doet gal?
    A
    Vet druppels vergroten
    B
    Vet druppels verkleinen
    C
    Vet verwijderen
    D
    Vet maken.

    Slide 36 - Quizvraag

    Glucose






    Glycogeen
    Glucose






    Glycogeen
    Insuline
    glucagon

    Slide 37 - Sleepvraag

    Alvleesklier maakt ....
    Alvleesklier maakt ....
    insuline
    glucagon

    Slide 38 - Sleepvraag

    Oefenen (alleen of zachtjes overleggen)
    Lezen basisstof 1 
    Maak opdr. 1 t/m 4

    Lezen basisstof 2
    Maak opdr. 5 en 6

    Klaar? Laten zien en daarna iets voor jezelf doen

    timer
    10:00

    Slide 39 - Tekstslide