1.
Wanneer jij hulp nodig zal hebben, zal ik jou altijd helpen.
2. Toen/nadat de gasten waren aangekomen, zijn zij naar de eetkamer geleid. (plqpf)
5. Mijn broer heeft mij geholpen, zoals hij had beloofd.
7. De heerser heeft de slaaf naar het forum gestuurd, opdat hij wijn kocht/om wijn te kopen/met de bedoeling dat hij wijn kocht. (impf)
11. De arme burgers vreesden, dat later aan hen geld ontbrak. (impf)