Het aanwijzend voornaamwoord - l'adjectif démonstratif

L'adjectif démonstratif (het aanwijzend voornaamwoord)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

L'adjectif démonstratif (het aanwijzend voornaamwoord)

Slide 1 - Tekstslide

Les buts
Aan het einde van deze les:
  • Weet je wat het aanwijzend voornaamwoord is;
  • Ken je de regel om het aanwijzend voornaamwoord toe te passen;
  • Heb je geoefend met het toepassen van het aanwijzend voornaamwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Het aanwijzend voornaamwoord wordt gebruikt om, soms figuurlijk, iets aan te wijzen. Je hebt het heel specifiek over een bepaald object. 
'Ik wil die fiets, ik wil dat snoepje, ik wil deze hond.' Het is direct duidelijk welk snoepje jij bedoelt. 

Slide 4 - Tekstslide

En français
In het Frans gebruiken we vier aanwijzende voornaamwoorden: 

Mannelijk enkelvoud
ce
Vrouwelijk enkelvoud
cette
Mannelijk klinker / h
cet
Meervoud
ces

Slide 5 - Tekstslide

Toepassing
  1. Kijk of het zelfstandig naamwoord meervoud of enkelvoud is. Meervoud? Dan is het 'ces'
  2. Is het enkelvoud? Kijk dan of het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is. Vrouwelijk? dan is het 'cette'
  3.  Mannelijk? Kijk nu of het zelfstandig naamwoord met een klinker of h begint. Begint het met een klinker of h? dan is het 'cet'
  4. Geen klinker of h? Dan is het 'ce'

Slide 6 - Tekstslide

Bonjour monsieur, oui j'ai choisi. Je voudrais ... chaise. Elle est trop belle!
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 7 - Quizvraag

Ce sont ... garçons qui ont cause le feu!
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
Oefeningen hierover vind je hier.

Slide 10 - Tekstslide

Dichtbij / ver weg 
Met -ci of -là achter het zelfstandig naamwoord kun je benadrukken of iets dichtbij of ver weg is.

-ci:
J’y vais cette année-ci. Ik ga er dit jaar heen.
Ces jours-ci je me sens bien. Ik voel me goed deze dagen.
-là:
Tu prends ce livre-ci ou ce livre-là? Neem jij dit boek of dat boek?
Elle connaît ces garçons-là? Kent zij die jongens?


Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig gebruikt 
Het aanwijzend voornaamwoord kan ook zelfstandig gebruikt worden. Het staat dan niet direct voor een zelfstandig naamwoord, maar verwijst er wel naar.
Je gebruikt het dan in plaats van een zelfstandig naamwoord.
Het past zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het op slaat.


Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig gebruikt 
m
v
ev
celui
celle
mv
ceux
celles

Slide 13 - Tekstslide

Par exemple
C’est le vélo de mon frère. Dat is de fiets van mijn broer.
C’est celui de mon frère. Dat is die van mijn broer.

Je vois la femme que j’aime. Ik zie de vrouw van wie ik houd.
Je vois celle que j’aime. Ik zie degene van wie ik houd.

Quelles pommes veux-tu? Welke appels wil jij?
Celles-ci ou celles-là? Deze of die?





Slide 14 - Tekstslide

Par exemple 
Het zelfstandig gebruikte aanwijzend voornaamwoord gebruik je altijd in combinatie met andere woorden:
  • met de:
→ Voici la clé de la voiture et celle de la maison.
  • met een betrekkelijk voornaamwoord:
→ J’aime les dessins, mais pas ceux qui sont ici.
  • met -ci of -là:
Quel livre veux-tu lire? Celui-ci of celui-là?






Slide 15 - Tekstslide

Au travail - exercice 
Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in. 

Slide 16 - Tekstslide

1. Il y a deux semaines, je suis tombée amoureuse de ... joli garçon. (die)

Slide 17 - Open vraag

2. C'est mon père qui a écrit ... lettres d'amour. (die)

Slide 18 - Open vraag

3. ... chocolat-... est aussi bon que ... chocolat-...? (déze, díe)

Slide 19 - Open vraag

4. Ma petite copine? C'est ... qui porte une robe noire. (degene)

Slide 20 - Open vraag

5. Arthur aime Léna et Léna aime Arthur. ... amour est donc réciproque. (deze)

Slide 21 - Open vraag

6. Tu préfères quel gâteau? ... de ta mère? (die)

Slide 22 - Open vraag

7. Cette jupe-ci me plaît, mais ... n'est pas mal non plus. (díe)

Slide 23 - Open vraag

8. ... histoire d'amour a commencé par un coup de foudre.

Slide 24 - Open vraag