H1 Begroten voor iedereen, les 1

H1, Begroten voor iedereen
Welkom!

Log in op LessonUp, zie code!



§1.1 & §1.2 Begroten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1, Begroten voor iedereen
Welkom!

Log in op LessonUp, zie code!



§1.1 & §1.2 Begroten

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Leerdoelen                                           2 min
  • Introductie                                            3 min
  • Uitleg + filmpje + actieve opgaves     20 min
  • Opdracht(en) maken                          10 min
  • Leerdoelen behaald?                           5 min
  • Afsluiting les                                         2 min

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen giraal geld en chartaal geld.


Aan het einde van de les ken ik de verschillende soorten diagrammen.


Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe een budgetlijn werkt.

Slide 3 - Tekstslide

Heb je een bijbaan? Waar werk je en wat doe je daar?

Slide 4 - Woordweb

Omrekenen

Slide 5 - Tekstslide

Kiezen is belangrijk bij het vak economie omdat
A
Je hebt meer behoeften dan middelen
B
Je hebt meer middelen dan behoeften
C
Omdat je dan geld bespaart
D
mensen niet weten wat ze willen

Slide 6 - Quizvraag

Chartaal en giraal geld
  • 2 Soorten geld:
  1. Chartaal = munten en bankbiljetten. Je kunt het vastpakken.
  2. Giraal = geld dat op je account/bankrekening staat. Je kunt het niet vastpakken.

Zwart geld?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

NIBUD
Nationaal 
Instituut 
BUDgetvoorlichting

 

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende soorten diagrammen:

Cirkeldiagram
Staafdiagram
Lijndiagram (zoals de budgetlijn)

Let op!: Er moet altijd een titel en een legenda bij een diagram staan om duidelijk te maken wat er wordt weergegeven!

Slide 10 - Tekstslide

cirkeldiagram

Slide 11 - Tekstslide

Staafdiagram

Slide 12 - Tekstslide

Lijndiagram (=grafiek)
Een lijndiagram laat een stijging of daling zien in de loop van tijd

Slide 13 - Tekstslide

Cola is dus € 2,-
Mars kost dus blijkbaar € ??
Totale budget van Jantje bij een uitje= €20

Slide 14 - Tekstslide

Bij een verandering van het budget verandert de helling van de budgetlijn.(H1)
A
Onjuist
B
Juist

Slide 15 - Quizvraag



Om te helpen bij jouw (financiële) keuzes kan je budgetteren. 

Je stemt dan je uitgaven en inkomsten zo goed mogelijk op elkaar af door een begroting (= budgetplan) te maken.

Slide 16 - Tekstslide

Begroting (= budgetplan)
Overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven


Slide 17 - Tekstslide


Begroting = budgetplan --> Overzicht van toekomstige inkomsten en uitgaven (dus schatting)

Administratie = Boekhouding --> overzicht van de werkelijke inkomsten en uitgaven

Slide 18 - Tekstslide

Een begroting waarbij de (geschatte) inkomsten en uitgaven aan elkaar gelijk zijn heet een sluitende begroting.

Als de uitgaven groter zijn dan de inkomsten, dan is er sprake van een tekort. (Oplossing(en)?)

En zijn er meer inkomsten dan de uitgaven, dan is er een overschot.

Slide 19 - Tekstslide

Een ander woord voor begroting is:

A
budgetplan
B
inkomsten
C
reservering

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst.
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Slide 21 - Quizvraag

De budgetlijn gebruiken we omdat
A
Deze lijn producten weergeeft
B
Deze lijn alle mogelijke productcombinaties weergeeft die je maximaal kunt kopen met een bepaald budget
C
je dan beter kunt kiezen
D
dan weet je hoeveel je kunt overhouden

Slide 22 - Quizvraag

Door een verandering komt Peter terecht op de blauwe budgetlijn.
Wat is er gebeurd?
A
Blikjes cola zijn duurder geworden.
B
Zijn inkomen is gestegen.
C
Broodjes zijn goedkoper geworden.
D
Blikjes cola zijn goedkoper geworden.

Slide 23 - Quizvraag

Bezig met de opdrachten
Klaar? 

Ga verder werken met de opgaves OF maak een samenvatting
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen giraal geld en chartaal geld.


Aan het einde van de les ken ik de verschillende soorten diagrammen.


Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe een budgetlijn werkt.

Slide 25 - Tekstslide