Woorden met be-ge-ver

Woorden met be-ge-ver
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woorden met be-ge-ver

Slide 1 - Tekstslide


A
begin
B
vergis
C
gebit
D
begit

Slide 2 - Quizvraag

Woorden met
be- ge- ver- en -te

Wat moet je weten?
Je hoort:      bu - gu - vur - tu
Je schrijft:  be - ge - ver - te

Slide 3 - Tekstslide


A
bestel
B
verstop
C
getik
D
fertop

Slide 4 - Quizvraag


A
gewond
B
gewend
C
verwend
D
au

Slide 5 - Quizvraag


A
getal
B
verhaal
C
betaal
D
briefje

Slide 6 - Quizvraag

Er zit een scheur in het .................
A
getik
B
behang
C
verhuis
D
gezicht

Slide 7 - Quizvraag

Mats smult van het ........................
A
verslag
B
beloof
C
gebak
D
gesmul

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Welk woord is goed geschreven?
A
gebak
B
gubak

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
bezoek
B
buzoek

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
vurjaardag
B
verjaardag
C
ferjaardag
D
furjaardag

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
gezont
B
guzond
C
gezond
D
guzont

Slide 13 - Quizvraag