Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
TW2-Voornaamwoorden
Woordsoorten: voornaamwoorden
Leerdoelen:
Weten welke voornaamwoorden je voor TW2 moet kennen!
De voornaamwoorden kunnen herkennen, benoemen en toepassen in zinnen.
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordsoorten: voornaamwoorden
Leerdoelen:
Weten welke voornaamwoorden je voor TW2 moet kennen!
De voornaamwoorden kunnen herkennen, benoemen en toepassen in zinnen.
Slide 1 - Tekstslide
Welke voornaamwoorden
heb je geleerd?
Slide 2 - Woordweb
Benoem de pers. vnw. in onderstaande zin:
Ik ken Jan wel, maar mijn ouders hebben hem nog nooit gezien.
A
Ik, Jan, ouders, hem
B
mijn, hem
C
Ik, hem
D
Ik
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel pers. vnw. staan er in de zin:
Wanneer ga je weer eens bij je oma op bezoek?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quizvraag
Haar jurk is haar te klein geworden.
Haar en haar = ?
A
1. Haar = pers. vnw 2. haar = pers. vnw
B
1. Haar = pers. vnw 2. haar = bez. vnw
C
1. Haar = bez. vnw 2. haar = bez. vnw
D
1. Haar = bez. vnw 2. haar = pers. vnw
Slide 5 - Quizvraag
Is die rode fiets niet van jou?
jou = ?
A
bez. vnw
B
pers. vnw
Slide 6 - Quizvraag
Maak een zin met het woord 'jullie' als pers. vnw
Slide 7 - Open vraag
Welk antwoord is juist?
De vier vragende voornaamwoorden zijn:
A
wie, wat, waar en welk(e)
B
wie, wat, welk(e) en wat voor (een)
C
wie, welk(e), wat voor (een) en hoe
D
wie, welk(e), wat voor (een) en waarom
Slide 8 - Quizvraag
Maak een zin met een pers. vnw., een bez. vnw. en een aanw. vnw.
Slide 9 - Open vraag
Sleep de onderstreepte woorden uit de zin naar het juiste voornaamwoord:
Wie
heb
jij
vanmorgen
die
opdracht laten overschrijven?
pers. vnw.
vr. vnw.
aanw. vnw.
Wie
jij
die
Slide 10 - Sleepvraag
‘Die’ verwijst naar
A
de-woorden
B
het-woorden
Slide 11 - Quizvraag
Het doelpunt .... gescoord werd, bleek de winnende treffer te zijn.
A
die
B
dat
Slide 12 - Quizvraag
Ik ken de voornaamwoorden nu goed genoeg om ze op een toets te herkennen en te benoemen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 13 - Poll
Hoe leer jij de zinsdelen en woordsoorten van grammatica?
Slide 14 - Open vraag
Extra uitleg nodig?
Klik dan snel verder!
In de volgende vier dia's vind je video's over de voornaamwoorden. Succes!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Meer lessen zoals deze
Voornaamwoorden
November 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voornaamwoorden
Februari 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2 HV voornaamwoorden 22-26 november
November 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Secondary Education
zaterdag 25 november 2023: Grammatica woordbenoemen + Sinterklaas en de Pieten discussie
November 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Secondary Education
Aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord en onbepaald voornaamwoord
Maart 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord en onbepaald voornaamwoord
Maart 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
les 5 - Grammatica nk opdr 1-4, uitleg 2.7, mk 8,9, 11 en 12
November 2019
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Betrekkelijk voornaamwoord
12 dagen geleden
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3