Dit is dus iets anders dan zinsontleding! Bij woordsoortbenoeming benoem je elk woord in de zin apart.
Aan het einde van deze paragraaf ken je:
znw, lw, bnw, vz, pers. vnw., zww, hww, bez. vnw, wederkerend vnw. wederkerig vnw, vr. vnw, aanw vnw., betr. vnw. onb. vnw