Tijdens het schrijven gebruik je
volgordewoorden:Eerst, daarna, vervolgens, toen, verder, ten slotte ect.
Je maakt gebruik van hoofdletters en leestekens:
- Gebruik een hoofdletter aan het begin van de zin: Het is bijna weekend.
- Bij namen: Utrecht, Bas, Maartje, Oranjestraat, Ajax ect.
Gebruik een punt bij gewone zinnen.
Zet na een vraag een vraagteken.