Oefenen met Argumenteren

Pak je iPad 
NN online
Argumenteren §3
Bestudeer 
de theorie;
maak de
opdrachten
online.
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak je iPad 
NN online
Argumenteren §3
Bestudeer 
de theorie;
maak de
opdrachten
online.

Slide 1 - Tekstslide

Kies:
 oefentoets
maken/
nakijken
- NN online
Argumen-
teren §4
- lezen

Slide 2 - Tekstslide

PROGRAMMA
- Lezen
- Oefenen met argumenteren
- NN online Argumenteren §4
of NN online Meer dan lezen herhalen/oefenen


Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat maakt een argumentatie aanvaardbaar?

1 De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar;
2 De argumenten zijn relevant;
3 De argumenten zijn onderling consistent;
4 De argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt.

Slide 5 - Tekstslide

Oefenen met Argumenteren

Slide 6 - Tekstslide

Feitelijk of waarderend?

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij.
Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 7 - Quizvraag

"Ik vind dat studentenverenigingen verboden moeten worden, want niemand zou zich bloot moeten stellen aan de beschamende activiteiten van een ontgroening."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 8 - Quizvraag

Welk type argument herken je?

De instelling van het team is bijzonder goed.
Dat merk je wel aan de sfeer in de groep.
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
oorzaak en gevolg
D
vergelijking

Slide 9 - Quizvraag

Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de oorlog tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen.
Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal in Nieuwsuur niet gehoord?
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
kenmerk of eigenschap
D
vergelijking

Slide 10 - Quizvraag

Welk type argument herken je?

Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Het is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.
A
voorbeeld
B
autoriteit
C
kenmerk of eigenschap
D
vergelijking

Slide 11 - Quizvraag

Welke drogreden herken je?

Die verslaggever van Nieuwsuur is altijd slordig gekleed en heeft een afstotelijke boksersneus. Naar zo iemand luister je toch niet graag?
A
ontduiken van de bewijslast
B
persoonlijke aanval
C
bespelen van het publiek
D
vals dilemma

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn drogredenen?
A
redenen die door een droge manier tot stand
B
tegenargumenten
C
een reden die niet klopt, maar wel waarschijnlijk lijkt
D
argumenten om je standpunt te onderbouwen

Slide 13 - Quizvraag

Welke drogreden herken je?

Wie het niet met mij eens is, beschouw ik als mijn tegenstander.
A
overdrijven van de nadelen
B
cirkelredenering
C
bespelen van het publiek
D
vals dilemma

Slide 14 - Quizvraag

Bij het vertekenen van het standpunt worden de tegenstander woorden in de mond gelegd.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Welke drogreden herken je?

Als de examenklassen studieverlof hebben,
hebben wij daar ook recht op.
A
verkeerde vergelijking
B
cirkelredenering
C
vals dilemma
D
vertekenen van het standpunt

Slide 16 - Quizvraag

Welke drogreden herken je?

Ga toch niet skiën! Op alle skipistes ligt kunstsneeuw, zo'n vakantie is peperduur en de kans dat je op krukken terugkomt is levensgroot.
A
overdrijven van de nadelen
B
overhaaste generalisatie
C
onjuist beroep op autoriteit
D
vertekenen van het standpunt

Slide 17 - Quizvraag

Een argument dat niet relevant is,
is altijd een drogreden.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Ik heb een keer een roman van Mulisch gelezen:
hij schreef ingewikkelde boeken.
A
cirkelredenering
B
onjuiste autoriteit
C
overhaaste generalisatie
D
onjuiste oorzaak-gevolg

Slide 19 - Quizvraag

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Het Werenfridus is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 21 - Quizvraag

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 22 - Quizvraag

Het Werenfridus is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 23 - Quizvraag

Het Werenfridus is een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 24 - Quizvraag

Het is de afgelopen drie jaar erg warm geweest, dus het klimaat verandert.
A
overhaaste generalisatie
B
cirkelredenering
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 25 - Quizvraag

Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
cirkelredenering
C
verkeerde vergelijking
D
overhaaste generalisatie

Slide 26 - Quizvraag

Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden. Je kunt er toch niets meer aan veranderen en oude kleren gooi je toch ook weg.
A
verkeerde vergelijking
B
cirkelredenering
C
overhaaste generalisatie
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 27 - Quizvraag

Wij hebben vorig jaar een overnachting gehad in een hotel in Madrid. Het was er heel vies: in de douche lagen overal haren, er zaten vlekken in het matras en er liepen kakkerlakken. In Spanje moet je duidelijk niet zijn voor een net en hygiënisch vakantieverblijf!
A
cirkelredenering
B
overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 28 - Quizvraag

Het bespelen van het publiek kan alleen bij een mondeling betoog.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Ieder weldenkend mens zal het ermee eens zijn dat vlees eten slecht is.
A
persoonlijke aanval
B
onjuist beroep op autoriteit
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van het standpunt

Slide 30 - Quizvraag

Bewijst u maar eens dat u daar niet te hard reed.
A
bespelen van het publiek
B
ontduiken van de bewijslast
C
vertekenen van het standpunt
D
persoonlijke aanval

Slide 31 - Quizvraag

Aan welke signaalwoorden
kun je een standpunt herkennen?
A
Volgens mij
B
Kortom
C
ten slotte
D
Daarom

Slide 32 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort NIET bij een argument?
A
immers
B
dus
C
omdat
D
aangezien

Slide 33 - Quizvraag

Het is de afgelopen drie jaar erg warm geweest, dus het klimaat verandert.
A
overhaaste generalisatie
B
cirkelredenering
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 34 - Quizvraag

Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
cirkelredenering
C
verkeerde vergelijking
D
overhaaste generalisatie

Slide 35 - Quizvraag

Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden. Je kunt er toch niets meer aan veranderen en oude kleren gooi je toch ook weg.
A
verkeerde vergelijking
B
cirkelredenering
C
overhaaste generalisatie
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 36 - Quizvraag

Wij hebben vorig jaar een overnachting gehad in een hotel in Madrid. Het was er heel vies: in de douche lagen overal haren, er zaten vlekken in het matras en er liepen kakkerlakken. In Spanje moet je duidelijk niet zijn voor een net en hygiënisch vakantieverblijf!
A
cirkelredenering
B
overhaaste generalisatie
C
verkeerde vergelijking
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 37 - Quizvraag

Wat weet jij nou van voetbal? Je kunt niet eens een bal in het doel schieten!
A
onjuist beroep op autoriteit
B
vertekenen van het standpunt
C
persoonlijke aanval
D
cirkelredenering

Slide 38 - Quizvraag

Bij een persoonlijke aanval wordt iemands standpunt hard aangevallen
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Ieder weldenkend mens zal het ermee eens zijn dat vlees eten slecht is.
A
persoonlijke aanval
B
onjuist beroep op autoriteit
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van het standpunt

Slide 40 - Quizvraag

Bewijst u maar eens dat u daar niet te hard reed.
A
bespelen van het publiek
B
ontduiken van de bewijslast
C
vertekenen van het standpunt
D
persoonlijke aanval

Slide 41 - Quizvraag