Kort argumenteren examentraining

ARGUMENTEREN
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

ARGUMENTEREN

Slide 1 - Tekstslide

Standpunt

Standpunt: mening over iets
                         positief, negatief of twijfelachtig

Signaalwoorden: ik vind dat, volgens mij, ik denk dat, dus,                                                  daarom, kortom, mijn conclusie is

Slide 2 - Tekstslide

Argument
Argument: verdediging of aanval van een standpunt

Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, aangezien, immers

Feitelijke argumenten: waar of onwaar, controleerbaar (het is zo, òf niet).                                                  
                                                 Ik ga boodschappen doen bij de Jumbo, want die zit bij mij om de hoek. 

Waarderende argumenten: argument geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, mooi of lelijk,
                                                          goed of slecht is. 
                                                          Ik ga boodschappen doen bij de Jumbo, want ik vind het een fijne
                                                          winkel. 

Slide 3 - Tekstslide

Tegenargument en (weerlegging)
Tegenargument: ontkracht het standpunt

Weerlegging: ontkracht het argument

Examens nu beide tegenargument genoemd

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatieschema's
argumentatie kan gebaseerd zijn op:
  1. oorzaak en gevolg
  2. kenmerk en eigenschap
  3. voor- en nadelen
  4. voorbeelden
  5. vergelijking
  6. autoriteit

Slide 5 - Tekstslide

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg

Slide 6 - Quizvraag

De opwarming van de aarde zorgt ervoor dat arme landen steeds meer problemen krijgen met hun watervoorziening. Zij hebben geen geld om water uit andere gebieden te halen, waardoor de tekorten aan drinkwater verder toenemen en het nog moeilijker wordt om voedsel te verbouwen
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg.

Slide 7 - Quizvraag

Wij vonden het een prima appartement met een heerlijk terras en ideaal vlakbij zee. Negatief was dat de bedden compleet doorgelegen waren. Ook hadden wij nauwelijks warm water in de douche. En tot slot hadden wij erg veel kakkerlakken. Met kleine kinderen is dat niet echt prettig. Het waren gelukkig maar hele kleintjes, maar toch niet echt aangenaam. Al met al denk ik dat we de volgende keer toch een andere accommodatie boeken.
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 8 - Quizvraag

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 9 - Quizvraag

Klimaatverandering is zeker van invloed op de gezondheid van de mensen. Vooral oudere mensen kunnen slecht tegen hitte. Er zullen daardoor alleen in Europa al nog meer mensen overlijden dan de tienduizenden mensen die nu al per jaar door de hitte sterven.
A
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van voorbeelden
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 10 - Quizvraag

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
argumentatie op basis van vergelijking
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 11 - Quizvraag

Suiker blijkt veel ongezonder dan onverzadigd vet te zijn. Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf en biedt alternatieven.
A
argumentatie op basis van autoriteit
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van vergelijking

Slide 12 - Quizvraag

Argumentatiestructuur
De argumentatiestructuur is een weergave van de wijze waarop in een tekst of tekstdeel argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen.

We onderscheiden drie basisvormen van argumentatie:

Enkelvoudige argumentatie
meervoudige met onderschikking
meervoudige met nevenschikking

+ (meervoudige met onder- en nevenschikking)

Slide 13 - Tekstslide

Enkelvoudige argumentatie
Een standpunt met één argument. 



Slide 14 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin twee of meer argumenten gezamenlijk het standpunt ondersteunen.

De argumenten in nevenschikkende argumentatie kunnen:
- afhankelijk zijn
- onafhankelijk (ze vormen ieder op zich een zelfstandig argument voor het standpunt).

Slide 15 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin twee of meer argumenten gezamenlijk het standpunt ondersteunen.
De argumenten in nevenschikkende argumentatie kunnen:
- onafhankelijk (ze vormen ieder op zich een zelfstandig argument voor het standpunt) of



- afhankelijk zijn (ze zijn samen nodig om het standpunt te ondersteunen).



Slide 16 - Tekstslide

Drogredenen
Fouten in de argumentatie. 

Twee groepen:
  1. onjuist gebruik van argumentatieschema's
  2. overtreden van discussieregels

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeluk gehad, dus het rijden met een e-bike is gevaarlijk.
A
onjuist beroep oorzaak / gevolg (causaliteit)
B
ontduiken bewijslast
C
onjuist beroep op autoriteit
D
vertekenen standpunt

Slide 19 - Quizvraag

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen alcohol en hij is 98 geworden. Alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.
A
cirkelredenering
B
overhaaste generalisatie
C
persoonlijke aanval
D
verkeerde vergelijking

Slide 20 - Quizvraag

Ga jij niet naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje.
A
vertekenen standpunt
B
onjuist beroep op autoriteit
C
ontduiken bewijslast
D
persoonlijke aanval

Slide 21 - Quizvraag

Wat weet jij nu van gezondheid, je weegt zelf 105 kilo!
A
verkeerde vergelijking
B
overhaaste generalisatie
C
ontduiken bewijslast
D
persoonlijke aanval

Slide 22 - Quizvraag

Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.
A
persoonlijke aanval
B
vertekenen standpunt
C
cirkelredenering
D
onjuist beroep op autoriteit

Slide 23 - Quizvraag

Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg?
A
overhaaste generalisatie
B
cirkelredenering
C
verkeerde vergelijking
D
ontduiken bewijslast

Slide 24 - Quizvraag

Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.
A
onjuist beroep op autoriteit
B
overhaaste generalisatie
C
ontduiken bewijslast
D
verkeerde vergelijking

Slide 25 - Quizvraag

Ik ben tegen de doodstraf. Ieder weldenkend mens is toch tegen!
A
overhaaste generalisatie
B
onjuist beroep op autoriteit
C
persoonlijke aanval
D
bespelen publiek

Slide 26 - Quizvraag

Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is. Dat heeft mijn fitnesstrainer zelf gezegd.
A
overhaaste generalisatie
B
onjuist beroep op autoriteit
C
persoonlijke aanval
D
ontduiken bewijslast

Slide 27 - Quizvraag

Dus jij vindt dat Natuurmonumenten geen goed werk verricht? Het milieu interesseer jou niets.
A
persoonlijke aanval
B
overhaaste generalisatie
C
onjuist beroep op autoriteit
D
vertekenen standpunt

Slide 28 - Quizvraag

Bewijst u maar dat u daar niet te hard reed. .
A
ontduiken bewijslast
B
persoonlijke aanval
C
cirkelredenering
D
vertekenen standpunt

Slide 29 - Quizvraag

Iemand die niet voor af een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende. hij heeft het proeftentamen dus niet gemaakt.
A
ontduiken bewijslast
B
persoonlijke aanval
C
cirkelredenering
D
onjuist beroep oorzaak / gevolg (causaliteit)

Slide 30 - Quizvraag

Aanvaardbaarheid argumentatie
Argumentatie is aanvaardbaar als:
 
  1. argumenten relevant zijn (het standpunt wordt er aannemelijk van, geen drogreden)
  2. argumenten onderling consistent zijn (elkaar niet tegenspreken).
  3. argumenten samen toereikend zijn voor het ingenomen standpunt. 
  4. de bron betrouwbaar is

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video