2V Latijn - Vragen bij tekst 5B - werkwoordstijden
1 / 17
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
"Aurora iam stellas multas depellebat."
Welke tijd is depellebat?
Welke tijd is depellebat?
A
Praesens
B
Imperfectum
C
Perfectum
Slide 3 - Quizvraag
"Sol puerum ad mirum currum duxit."
Welke tijd is duxit?
Welke tijd is duxit?
A
Praesens
B
Imperfectum
C
Perfectum
Slide 4 - Quizvraag
Waaraan herken je het imperfectum?
Slide 5 - Open vraag
" Currus, munus Vulcani, aureus erat.
Sol quattuor equos habebat, qui volucres erant. "
Sol quattuor equos habebat, qui volucres erant. "
A
Erat en erant zijn beide enkelvoud
B
Erat is enkelvoud, erant is meervoud
C
Erat en erant zijn beide meervoud
D
Erat is meervoud, erant is enkelvoud
Slide 6 - Quizvraag
Hoe vertaal je habebat (van habeo, hebben)?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
"Pater radios comae sui filii imposuit.
Phaethon currum conscendit et habenas cepit."
Noteer de persoonsvormen in het Latijn
Phaethon currum conscendit et habenas cepit."
Noteer de persoonsvormen in het Latijn
Slide 9 - Open vraag
Welke tijd zijn imposuit, conscendit en cepit?
A
Praesens
B
Imperfectum
C
Perfectum
Slide 10 - Quizvraag
Waaraan kun je het perfectum herkennen?
Slide 11 - Open vraag
"Equi ignes naribus efflabant."
Efflabant is...
Efflabant is...
A
Praesens
B
Imperfectum
C
Perfectum
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van pulsabant?
A
Zij stampen op
B
Zij stampten op
C
Zij hebben gestampt op
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Sol autem filio timebat, et
ideo puero dixit:
"Fili, patrem tuum audi!
Difficile est currum flectere,
ut iam dixi.
Praesens
Imperfectum
Perfectum
timebat
dixit
audi
est
flectere
dixi
Slide 15 - Sleepvraag
Est is praesens, maar wat is het perfectum van deze vorm?
A
erat
B
fuisti
C
fuit
D
essevit
Slide 16 - Quizvraag
"Phaethon autem patrem suum non audivit."
Hoe vertaal je audivit (van audire, horen)?
Hoe vertaal je audivit (van audire, horen)?
