In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Programma 1e les
- Onderdelen periode bij Nederlands
- Voorstellen/kennismaken
Slide 3 - Tekstslide
Nederlands in V6:
SE's: 50%
CE (=Centraal eindexamen): 50%
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Over mij
Aanwezig op: woensdag, donderdag, vrijdagmiddag
Bedenk eens een vraag voor mij, wie weet beantwoord ik deze.
Vraagwoorden?
Open en gesloten vragen?
Slide 8 - Tekstslide
Brief
- Verschil formele en informele brief?
- Aanhef
- Alinea-indeling (inleiding - middenstuk - slot)
- Afsluiting
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
les 2: H6 Talent, spellen
- Werkwoordspelling:
blz. 99 opdracht 5 individueel mk,
+ ? erbij zetten + klassikaal nakijken
Aan de slag met vakboek en werkboek
Slide 12 - Tekstslide
Les 3: Spelling
Bespreken/nakijken opdracht 1 en 2
Mk opdracht 3 en 4 en nakijken
Klaar?
Lezenvoordelijst niveau (3) een aantal titels bekijken, bijvoorbeeld: Magnus, De helaasheid der dingen, Kom hier dat ik u kus, Alleen met de goden, De ruimte van Sokolov, Op zee , Het diner
Slide 13 - Tekstslide
week 37
1 les overige spelling
1 les lezen/lezenvoordelijst
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de les/boodschap die Ellen Deckwitz in deze tekst wil geven?
Slide 15 - Open vraag
Overleg en noteer per strofe wat er in het gedicht staat. (=parafraseren)
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Open vraag
Boeken
In drietallen/viertallen, gelezen boeken met elkaar doornemen, tips uitwisselen
Maak nu een lijstje van drie boeken die je wel zou willen lezen:
Slide 24 - Tekstslide
Donderdagochtenddictee
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Spellen en formuleren
Maak opdrachten, zoek de theorie op die onbekend is, maak aantekeningen
kijk je opdrachten na,
H1 Talent
blz. 9 + 10 t/m 12
Mk opdracht 1 t/m 6 (5 niet)
Slide 27 - Tekstslide
Vandaag
- Donderdagochtenddictee
- Talent, H1 starten
Doelen:
- Ik ken de meervoudsregels.
- Ik kan lastige woorden juist spellen.
- Ik herken een pvtt en vd en kan deze juist spellen.
- Tekstsoorten en mengvormen: ik kan met een mengvorm omgaan.
Slide 28 - Tekstslide
Donderdagochtenddictee
15 woorden
3 zinnen
Slide 29 - Tekstslide
1. De trein (arriveren) op spoor 2.
2. Wist je dat de trein vandaag op spoor 3 (arriveren).
3. De trein is zojuist toch op spoor 2 (arriveren)
Slide 30 - Tekstslide
Ik hou van y's (meervoud)
11. kiwi's
12. perziken (Woorden die eindigen op -es of -ik (zonder klemtoon), krijgen in het meervoud geen verdubbeling van de slotmedeklinker: dreumesen, bajesen, perziken, slimmeriken, enz.
13. bureaus
14. runderen
15. hobby's
Slide 31 - Tekstslide
Een aantal woorden uit, top 50 van vaakst fout gespelde woorden
1. enigszins
2. onmiddellijk
3. interessant
4. van tevoren
5. faillissement
6. namelijk
7. re-integratie
8. cappuccino
9. daarentegen
10. havoër - vwo’er
(havo = afkorting als woord uit te spreken)
Slide 32 - Tekstslide
Aan de slag in Talent
H1 Talent
blz. 9 + 10 t/m 12
Mk opdracht 1 t/m 6 (5 niet)
Slide 33 - Tekstslide
Aan de slag in Talent
H1 Talent
blz. 13 t/m 17
Mk opdracht 8 t/m 12 (9c, oefen de eerste twee)
Klaar: maak een dictee van 20 items voor het donderdagochtenddictee voor een klasgenoot.
Slide 34 - Tekstslide
Deel 1:
Spellen en formuleren:
- Taalbloopers (zoek de fout en verbeter)
- Stencils spellen en formuleren
Deel 2:
Lezen uit je leesboek:
Slide 35 - Tekstslide
Deel 2:
Spellen en formuleren:
-Stijlkwesties op woordniveau
- Zoek op wat je onbekend is.
- Geef aan/onderstreep wat fout is en verbeter.
Deel 1:
Lezen uit je leesboek
Slide 36 - Tekstslide
Vandaag
- Afronden poëziedossier
- Stijlkwesties op zinsniveau: blz. 108-111 uit de stencils + vakboek vanaf blz. 188
Slide 37 - Tekstslide
Theorie vakboek
H12.3 retorische middelen
H13 Spelling
H14 leestekens
H16 Stijlkwesties
Zie leerdoelen in SOM (lijst met wat je moet kennen/kunnen)
Slide 38 - Tekstslide
Stijlkwesties op zinsniveau 16.2
Slide 39 - Tekstslide
12.3 Stijl: retorische middelen
blz. 112 in de stencils:
- Onderstreep/markeer het stijlmiddel
- Benoem het vervolgens (blz. 144-145 van het vakboek gaan je helpen)