Rekentekens
1 / 35
Lesduur is: 49 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
achtentachtig
A
71
B
18
C
88
D
70
Slide 2 - Quizvraag
achtennegentig
A
76
B
12
C
8
D
98
Slide 3 - Quizvraag
60
A
vier
B
tachtig
C
nul
D
zestig
Slide 4 - Quizvraag
57
A
zeventien
B
vijftig
C
zevenenvijftig
D
zeventig
Slide 5 - Quizvraag
eenenzestig
A
16
B
61
C
160
D
67
Slide 6 - Quizvraag
zijn dit
CIJFERS of GETALLEN?
CIJFERS of GETALLEN?
A
cijfers
B
getallen
Slide 7 - Quizvraag
Is 6 een getal of een cijfer
A
cijfer
B
getal
Slide 8 - Quizvraag
Is 23 een getal of een cijfer?
A
cijfer
B
getal
Slide 9 - Quizvraag
Is 0,4 een getal of een cijfer?
A
cijfer
B
getal
Slide 10 - Quizvraag
Is 99 een getal of een cijfer?
A
cijfer
B
getal
Slide 11 - Quizvraag
568+12=
A
580
B
556
C
590
D
578
Slide 12 - Quizvraag
316-12=
A
300
B
328
C
314
D
304
Slide 13 - Quizvraag
3x3=
A
6
B
3
C
9
D
0
Slide 14 - Quizvraag
36:6=
A
30
B
6
C
42
D
9
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het getal
9 waard?
A
9000
B
900
C
90
D
9
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het getal
7 waard?
A
7000
B
700
C
70
D
7
Slide 17 - Quizvraag
20 is .... dan 30
A
meer
B
minder
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het getal
2 waard?
A
2000
B
200
C
30
D
2
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het getal
3 waard?
A
3000
B
300
C
30
D
3
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het getal
3 waard?
A
3000
B
300
C
30
D
3
Slide 21 - Quizvraag
Wat is kleiner?
A
20 kilometer
B
2000 meter
Slide 22 - Quizvraag
Wat is groter?
A
950 meter
B
2 kilometer
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Hoe wordt het teken < uitgesproken in het Nederlands?
A
Vergelijkbaar met
B
Groter dan
C
Gelijk aan
D
Kleiner dan
Slide 26 - Quizvraag
Waar staat het groter dan teken?
A
Bijvoorbeeld 5 = 3
B
Bijvoorbeeld 5 ≥ 3
C
Bijvoorbeeld 5 < 3
D
Bijvoorbeeld 5 > 3
Slide 27 - Quizvraag
Groter dan teken
Kleiner dan teken
<
>
Slide 28 - Sleepvraag
15<28
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
15<28
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
200>100
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quizvraag
560>5600
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quizvraag
De bovenkant van de breuk.
1/4
De onderkant van de breuk.
1/4
Dit is de noemer
Dit is de teller
Slide 33 - Sleepvraag
zet de breuken van groot naar klein
1/2
1/3
1/4
1/6
3/4
Slide 34 - Sleepvraag
Breuken
1/2 deel
3/8 deel
5/6 deel
1/4 deel
