Onregelmatige werkwoorden eten t/m houden

Onregelmatige werkwoorden eten t/m houden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Onregelmatige werkwoorden eten t/m houden

Slide 1 - Tekstslide

Eten - at, aten - hebben gegeten
eten - at, aten - hebben gegeten

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de verleden tijd (enkelvoud) van eten?
A
eette
B
aat
C
aten
D
at

Slide 3 - Quizvraag

Maak een zin in de voltooide tijd met 'eten'

Slide 4 - Open vraag

Gaan - ging, gingen - 
zijn gegaan

Slide 5 - Tekstslide

Welke zin is goed?
Vorige week ga ik elke avond sporten.
Gisteren gade ik bij mijn vriend langs.
Ik ging in de ochtend naar de winkel.

Slide 6 - Poll

Maak een zin in de voltooide tijd met 'gaan'

Slide 7 - Open vraag

Genieten - genoot, genoten - hebben genoten

Slide 8 - Tekstslide

Maak 3 goede zinnen met deze woorden (verl.tijd):
1) taart - genoten - wij
2) muziek - genoot - de oude man
3) ??? - genoten - de buren

Slide 9 - Open vraag

Wat is de voltooide tijd van 'genieten'?
A
Ik heb erg van de chocola genoten.
B
Ik ben erg van de chocola genoten.
C
Ik heb erg van de chocola genoot.
D
Ik heb erg van de chocola geniet.

Slide 10 - Quizvraag

Geven - gaf, gaven - hebben gegeven 

Slide 11 - Tekstslide

Waar staat de verleden tijd van 'geven' goed? (Meerdere antwoorden)
A
Zij gaf hem een kus.
B
Ik geefde de telefoon aan mijn vriend.
C
We gaven elke dag weinig geld uit.
D
Gafden jullie het goede antwoord?

Slide 12 - Quizvraag

Maak een zin in de voltooide tijd met 'geven'

Slide 13 - Open vraag

Hangen - hing, hingen - hebben gehangen

Slide 14 - Tekstslide

Waar staat de verleden tijd van 'hangen' goed?
Ik hangde mijn jas aan de kapstok.
De jongens hingen erg lang aan de spijkerbroek.
Hingden zij het schilderij aan de muur?
Zij hing in de avond met vrienden op straat.

Slide 15 - Poll

Maak een zin in de voltooide tijd met 'hangen'

Slide 16 - Open vraag

Hebben - had, hadden - hebben gehad

Slide 17 - Tekstslide

Waar wil jij graag veel van hebben? Zoek een foto.

Slide 18 - Open vraag

Welke zin is goed?
A
Ik heb de hele week koorts gehad.
B
Ik ben de hele week koorts gehad.
C
Ik heb de hele week koorts gehebt.
D
Ik heb de hele week koorts had.

Slide 19 - Quizvraag

Helpen - hielp, hielpen - hebben geholpen

Slide 20 - Tekstslide

Welke zinnen zijn goed?
A
Ik hielp mijn buurvrouw met verhuizen.
B
Wij hielpen met afwassen op het Suikerterrein.
C
Een warm bad hielp goed tegen de kou.
D
De studenten helpten elkaar met de opdracht.

Slide 21 - Quizvraag

Maak een zin in de voltooide tijd met de volgende woorden:
helpen - huiswerk

Slide 22 - Open vraag

Heten - heette, heetten - X

Slide 23 - Tekstslide

Welke zin is goed (heten, verleden tijd)
A
Het kind heetten Zoë.
B
Het kind heette Zoë.

Slide 24 - Quizvraag

Welke zin is goed (heten, verleden tijd)
A
De docenten heette Bob en Ibrahim.
B
De docenten heetten Bob en Ibrahim.

Slide 25 - Quizvraag

Hoeven - hoefde, hoefden

Slide 26 - Tekstslide

Welke zin is goed (hoeven, verleden tijd)
A
Ik hoef mijn schoenen niet uit te doen.
B
Ik hoefde mijn schoenen niet uit te doen.
C
Ik heef mijn schoenen niet uit te doen.
D
Ik hoefden mijn schoenen niet uit te doen.

Slide 27 - Quizvraag

Houden - hield, hielden - X

Slide 28 - Tekstslide

Maak 2 zinnen in de verl.tijd met deze woorden:
1) houden - het boek - hij
2) houden - een feest - wij

Slide 29 - Open vraag

Je hebt nu deze onregelmatige werkwoorden geoefend:
eten
gaan
genieten
geven
hangen
hebben
helpen
heten
hoeven
houden


Slide 30 - Tekstslide

Hoe goed ken jij deze onr.ww. nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll