hfd 2 Taalverzorging Samengestelde zinnen ZELFST (2)

Volgend SE: SE spelling:
      4 onderdelen

Onderdeel 1: 
samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Volgend SE: SE spelling:
      4 onderdelen

Onderdeel 1: 
samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.

Slide 1 - Tekstslide

schema werkwoordspelling

Slide 2 - Tekstslide

Let op!
Voor een voegwoord schrijf je altijd een komma,
behalve voor het voegwoord "en"

Hij gaat bij de kachel zitten, want hij is koud.
Hij is vies en hij is erg koud.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

OPDRACHT

Zet de persoonsvormen in de
tegenwoordige tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).

ZO STEEDS NOTEREN: beweert - gebeurt
DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.

Slide 6 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).


DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.

Slide 7 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).

ZO STEEDS NOTEREN: beweert - gebeurt
DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.

Slide 8 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Onze kat (jagen) graag op muizen, maar hij (doden) ze niet.

Slide 9 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Dat zijn vader Wouts beltegoed (betalen), (vinden) ik maar vreemd.

Slide 10 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Als Vita's broertje 'mama' (zeggen), (bedoelen) hij eigenlijk 'papa'.

Slide 11 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Omar (geloven) bijna alles wat Patrick (vertellen).

Slide 12 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Doordat een gekantelde vrachtwagen de weg (blokkeren), (ondervinden) het verkeer veel hinder.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
De patiënten (wachten) geduldig, totdat de tandarts hen (oproepen).

Slide 14 - Open vraag

OPDRACHT

Zet de persoonsvormen in de
verleden tijd (komma ertussen) 

Slide 15 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Nadat Lian van haar fiets (vallen), (bloeden) haar knie.


DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.

Slide 16 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Meneer Drost van aardrijkskunde (worden) boos, omdat de klas permanent (klieren).

Slide 17 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
De motoragent (slingeren) de bestuurder van de rode Ferrari op de bon, want deze (rijden) veel te snel.

Slide 18 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Gisteravond (koken) mijn vader soep voor ons, terwijl mijn moeder en ik samen (sporten).

Slide 19 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Dat Pepijn zich zo (uitsloven), (vinden) Marieke nogal overdreven.

Slide 20 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Kiki (schrijven) een gedicht voor Pieter, maar hij (lezen) het niet.

Slide 21 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
De kinderen (vervelen) zich niet in het museum, maar (vermaken) zich juist prima.

Slide 22 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Tante Ans (winnen) duizend euro met haar staatslot en ze (verloten) het geld onder haar neven en nichten.

Slide 23 - Open vraag

Is de zin een samengestelde zin?

Ik kan het bedrag wel contant betalen, maar bij voorkeur pin ik even.
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Is de zin een samengestelde zin?

Jetta krijgt een bril, omdat ze in de verte niet goed kan zien.
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Is de zin een samengestelde zin?

Tyger komt op de fiets naar Centraal en de rest van de klas komt met de tram.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Is de zin een samengestelde zin?

De keeper kon de drie ballen jammer genoeg niet tegenhouden.
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

DOELEN


- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen correct spellen

samengestelde zinnen

Slide 28 - Tekstslide

OW in SAMENGESTELDE ZIN

Zo vind je de onderwerpen in een samengestelde zin:

  • stel met elke persoonsvorm uit de zin een onderwerpsvraag.




Tom schreeuwt, omdat hij zijn arm heeft gebroken.

- Wie schreeuwt?
   
Tom
- Wie heeft gebroken?   hij



Slide 29 - Tekstslide

Noteer de persoonsvormen:
Musha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.

ZO STEEDS NOTEREN: beweert - gebeurt
DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.

Slide 30 - Open vraag

Noteer de onderwerpen:

Musha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.

Slide 31 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:

Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.

Slide 32 - Open vraag

Noteer de onderwerpen:

Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.

Slide 33 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:

Ik vind deze broek wel mooi, maar Ali vindt hem foeilelijk.

Slide 34 - Open vraag

Noteer de onderwerpen:

Ik vind deze broek wel mooi, maar Ali vindt hem foeilelijk.

Slide 35 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:

Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.

Slide 36 - Open vraag

Noteer de onderwerpen:

Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.

Slide 37 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:

Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.

Slide 38 - Open vraag

Noteer de onderwerpen:
Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.
DUS woord (-en) SPATIE STREEPJE SPATIE woord (-en) . Anders wordt het fout gerekend.

Slide 39 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).

Slide 40 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).

Slide 41 - Open vraag

OW in SAMENGESTELDE ZIN

Zie bord wat je nu mag gaan doen. 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide