PV in samengestelde zinnen

Nederlands 27-2
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Lezen in leesboek
  3. Periodeplanner doornemen 
  4. PV in samengestelde zinnen
  5. Zelfstandig werken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 27-2
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Lezen in leesboek
  3. Periodeplanner doornemen 
  4. PV in samengestelde zinnen
  5. Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Is de zin een samengestelde zin?

Tyger komt op de fiets naar Centraal en de rest van de klas komt met de tram.
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Is de zin een samengestelde zin?

De keeper kon de drie ballen jammer genoeg niet tegenhouden.
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

PV in SAMENGESTELDE ZIN

Zo vind je de persoonsvormen in een samengestelde zin:

  • zet de zin in een andere tijd:

je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom.

De werkwoorden die veranderen, zijn persoonsvormen.



Tom schreeuwt, omdat hij zijn arm heeft gebroken.
Tom schreeuwde, omdat hij zijn arm had gebroken.

Slide 4 - Tekstslide

OW in SAMENGESTELDE ZIN

Zo vind je de onderwerpen in een samengestelde zin:

  • stel met elke persoonsvorm uit de zin een onderwerpsvraag.




Tom schreeuwt, omdat hij zijn arm heeft gebroken.

- Wie schreeuwt?
   
Tom
- Wie heeft gebroken? 
  hij



Slide 5 - Tekstslide

PERSOONSVORMEN IN SAMENGESTELDE ZINNEN


Je weet hoe je de persoonsvormen en onderwerpen kunt vinden in samengestelde zinnen.


Verder in deze les leer je de persoonsvormen goed spellen.



Slide 6 - Tekstslide

schema werkwoordspelling

Slide 7 - Tekstslide

PERSOONSVORMEN

 IN SAMENGESTELDE ZINNEN

Juist spellen van de persoonsvormen:

- Controleer of het werkwoord een persoonsvorm is

- Kijk of het werkwoord in de tegenwoordige tijd (tt) of in de verleden tijd (vt) staat

- Kijk naar het onderwerp om te zien of de pv enkelvoud (ev) of meervoud (mv) is

- Vul de juiste vorm van het werkwoord in


Slide 8 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).

Slide 9 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).

Slide 10 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Onze kat (jagen) graag op muizen, maar hij (doden) ze niet.

Slide 11 - Open vraag

OPDRACHT

Zet de persoonsvormen in de
verleden tijd.
Let op:
Fouten maken mag, maar verbeter deze!

Slide 12 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:

Nadat Lian van haar fiets (vallen), (bloeden) haar knie.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Meneer Drost van aardrijkskunde (worden) boos, omdat de klas permanent (klieren).

Slide 14 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
De motoragent (slingeren) de bestuurder van de rode Ferrari op de bon, want deze (rijden) veel te snel.

Slide 15 - Open vraag

Periode 3
Belangrijk:
  • Sollicitatietraining JINC donderdag 2 maart.
  • vrijdag 31 maart inleveren boekverslag 2.

Slide 16 - Tekstslide

PV in SAMENGESTELDE ZINNEN

Je hebt geleerd dat in samengestelde zinnen 

meer dan één persoonsvorm staat. 


Om werkwoorden goed te kunnen spellen moet je eerst ontdekken welke werkwoorden in een samengestelde zin persoonsvorm zijn.



Slide 17 - Tekstslide

PV in SAMENGESTELDE ZINNEN

Kijk of de werkwoorden van tijd kunnen veranderen.

De werkwoorden die van tijd kunnen veranderen, 

zijn persoonsvorm.


De fietser wil graag doorrijden, maar de weg is geblokkeerd.


                                                   



pv
pv
geen pv
geen pv

Slide 18 - Tekstslide

Is de zin een samengestelde zin?

Je kunt te allen tijde bij je mentor studieadvies vragen.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Is de zin een samengestelde zin?

Ik kan het bedrag wel contant betalen, maar bij voorkeur pin ik even.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Is de zin een samengestelde zin?

Jetta krijgt een bril, omdat ze in de verte niet goed kan zien.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk
Maak de opdrachten 1 t/m 5 op blz. 60-61

Dit is huiswerk voor de les van dinsdag.

Slide 22 - Tekstslide