Inleiding in de biologie

Inleiding in de biologie
2FV - 4e klas
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Inleiding in de biologie
2FV - 4e klas

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is biologie?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat biologie is en op welke gebieden biologie een rol speelt
  • Je kunt de levenscyclus van dieren beschrijven
  • Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat op elk hoger organisatieniveau emergente eigenschappen ontstaan.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
organismen, levensverschijnselen, stofwisseling, enzymen, katalyseren, dood, levenloos, individu, levensloop, ontwikkelen, soort, levenscyclus, natuurwetenschappen, context, biologische eenheden, moleculen, DNA, cel, orgaan, organisme, populatie, ecosysteem, biosfeer, systeem aarde, emergente eigenschap, interactie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organismen
Organismen zijn levende wezens zoals planten, dieren, schimmels en bacteriën.

Alle organismen vertonen levensverschijnselen, zoals voortplanten, groeien, ontwikkelen en stofwisseling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stofwisseling
Met stofwisseling worden alle chemische reacties in een organisme bedoeld.

Enzymen: eiwitten die de chemische reacties van stofwisselingsprocessen versnellen.

Katalyseren: Het versnellen van stofwisselingsprocessen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensloop en levenscyclus
Elk individu heeft een unieke levensloop
Vanaf het ontstaan van een organisme begint de groei en ontwikkeling.

Een soort heeft een levenscyclus.
Een levenscyclus eindigt als een soort uitsterft.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil groei en ontwikkeling
ontwikkeling: veranderingen in vorm en functioneren 

Groei: het organisme wordt groter of zwaarder

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dezelfde soort?
Als organismen onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. 





Slide 9 - Tekstslide

Muildier

Ezelhengst x paardenmerrie 
Is onvruchtbaar. 

Een soort?
Stadia van een Levenscyclus en levensloop

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens welke fase van de levensloop van een dagpauwoog neemt het lichaamsgewicht het meest toe?
A
Fase 1 - Eitje
B
Fase 2 - Rups
C
Fase 3 - Pop
D
Fase 4 - Vlinder

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens welke fase van de levensloop ondergaat de dagpauwoog de meeste verandering?
A
Fase 1 - Eitje
B
Fase 2 - Rups
C
Fase 3 - Pop
D
Fase 4 - Vlinder

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit dat de dagpauwoog na fase 3 anders gaat functioneren

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

 'Leg uit' vragen maken
Geef de definitie van het gevraagde
Wat is fase 3 --> Fase 3 is de fase waarin de rups een vlinder wordt

Wat willen ze weten over het gevraagde?
Wat verandert er na fase 3 --> Na fase 3 kan de vlinder vliegen

Rond het antwoord op de vraag af
Voor fase 3 liep de rups alleen maar lopen, als vlinder kan hij ook vliegen. Benoem bij een verschil altijd beide kanten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisatieniveau's
Organismen zijn georganiseerd in biologische eenheden.

Molecuul              Populatie
Cel                           Ecosysteem
Orgaan                   Biosfeer
Organisme 



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Emergente eigenschap
Een nieuwe eigenschap die op een hoger organisatieniveau ontstaat, maar die er op het lagere organisatieniveau niet is.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies