Oefenles

1. Wat is biologie?
Leerdoelen:
1.  Je kunt beschrijven wat biologie is en uitleggen op welke gebieden biologie een rol speelt.
2. Je kunt de levenscyclus van dieren beschrijven
3. Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat  op elk hoger organisatieniveau emergente eigenschappen ontstaan.
f
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1. Wat is biologie?
Leerdoelen:
1.  Je kunt beschrijven wat biologie is en uitleggen op welke gebieden biologie een rol speelt.
2. Je kunt de levenscyclus van dieren beschrijven
3. Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat  op elk hoger organisatieniveau emergente eigenschappen ontstaan.
f

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat is biologie?
  • Biologie is de studie van het leven ofwel de studie van organismen. 
  • Organismen zijn levende wezens.
  • De term "biologie" is afgeleid van de Oudgriekse woorden bios, wat "leven" betekent, en logos, wat zowel "de bewoonde wereld" als "wetenschap" kan betekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Levend wezen 

Slide 3 - Tekstslide

Levensverschijnselen

Slide 4 - Tekstslide

Reageren op de omgeving
Waarnemen en bewegen zijn de twee levenskenmerken die te maken hebben met reageren op de omgeving.

Slide 5 - Tekstslide

Voortbestaan
Voortplanten en groeien zijn de twee levenskenmerken die te maken hebben met het voortbestaan van de soort.

Slide 6 - Tekstslide

Stofwisseling
Ademhalen, voeden en uitscheiden zijn de drie levenskenmerken die te maken hebben met stofwisseling. 

  • Stofwisseling: alle chemische (scheikundige reacties) in een organismen
  • Enzymen: spelen een rol bij de chemische reacties. 

Slide 7 - Tekstslide

Enzymen
  • Enzymen: eiwitten die chemische reacties in de stofwisseling sneller laten verlopen. Dit proces wordt katalyseren genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

Levend, dood en levenloos
- Levend: Iets dat alle zeven levenskernmerken heeft.
- Dood: Iets dat ooit levend was, maar nu geen levenskenmerken meer vertoont.
- Levenloos: Iets wat nooit heeft geleefd (bijvoorbeeld een steen, lucht of water).

Slide 9 - Tekstslide

Levenscyclus organismen
  • De levensloop begint direct na het ontstaan van het individueel organisme of individu.
  • Tijdens de groei en ontwikkeling ontstaan emergente eigenschappen. 
  • Emergente eigenschappen: nieuwe kenmerken die niet aanwezig waren in de eerdere ontwikkelingsstadia, zoals specifieke weefselfuncties of gedragspatronen.

  • Het organisme bereikt het volwassen stadium, waarin het volledig ontwikkelde emergente eigenschappen vertoont en in staat is zich voort te planten.

Slide 10 - Tekstslide

Levenscyclus organismen
  • Na voortplanting begint het verouderingsproces, waarbij sommige emergente eigenschappen kunnen afnemen of veranderen.
  • De levensloop eindigt met de dood van het individueel organisme of individu. De soort blijft voortbestaan.
  • Bij veel organismen begint de cyclus opnieuw met de nakomelingen, waarin opnieuw emergente eigenschappen ontstaan tijdens hun ontwikkeling.

Slide 11 - Tekstslide

Soort
  • Individuen behoren tot dezelfde soort als ze samen kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen.
  • Alle individuen doorlopen dezelfde stadia tijdens hun levensloop.

Slide 12 - Tekstslide

Welke van de volgende processen hoort NIET bij de levensverschijnselen van organismen?
A
Ademhaling
B
Voortplanting
C
Groei
D
Verbranding van fossiele brandstoffen

Slide 13 - Quizvraag

Is een houten plank dood of levenloos?

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent het begrip "levenscyclus" bij een organisme?
A
Het proces waarbij een organisme voedsel omzet in energie
B
De veranderingen die een organisme doormaakt vanaf de geboorte tot aan de voortplanting en dood
C
Het bewegen van een organisme in zijn leefomgeving
D
Het vermogen van een organisme om zich aan te passen aan zijn omgeving

Slide 15 - Quizvraag

Evalueren
Hoe hebben jullie de les ervaren?

Slide 16 - Tekstslide