4.6 Keuzenopdracht

4.6 Keuzenopdracht
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

4.6 Keuzenopdracht

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Inleiding
Wanneer je zintuigen niet goed werken kan dat erg lastig zijn! Je kunt bijvoorbeeld minder goed horen, zien, ruiken, voelen of proeven. In deze keuzeopdracht ga je een ontwerp maken, die iemand helpt bij deze situaties. 

Slide 4 - Tekstslide

Ontwerpfasen
In deze keuzeopdracht zul je alle ontwerpfasen doorlopen. De ontwerpfasen staan hieronder kort beschreven en verderop in het menu verder toegelicht.

  1. Het ontwerpprobleem: Er is een probleem waarvoor je een oplossing gaat bedenken gedurende de ontwerpfasen.
  2. Programma van eisen: Je ontwerp moet aan een aantal eisen voldoen. Het is belangrijk om de eisen vantevoren te weten, zodat je weet in welke richting je moet denken.
  3. Brainstormfase: Je bedenkt zo veel mogelijk ideeën en probeert verschillende mogelijkheden uit. Je mag out-of-the-box denken.
  4. Ontwerpvoorstel: Je gaat uit alle ideeën kiezen met welk idee jullie aan de slag gaan. Het idee moet voldoen aan het ontwerpprobleem en aan het programma van eisen. Het idee werk je uit in een ontwerpvoorstel.
  5. Presentatie: Je presenteert je ontwerpvoorstel aan klasgenoten en legt uit waarom het voldoet aan het ontwerpprobleem.
  6. Versterking: Je kijkt terug op het proces en kijkt wat je kunt verbeteren, veranderen of uitbreiden aan je ontwerp.
 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voorbereiding
Materialen

A3-papier
Stiften

Teams
Je gaat in teams van 3 personen werken aan deze keuzeopdracht. De docent deelt de groepen in.



Slide 10 - Tekstslide

Één zintuig minder
Je zintuigen geven jou de hele dag informatie over je omgeving. Maar bij sommige mensen werkt een zintuig niet. Deze mensen zijn dan bijvoorbeeld blind of doof. Zij moeten extra vertrouwen op hun andere zintuigen om hun activiteiten uit te kunnen voeren.

Hieronder staan 4 ontwerpproblemen beschreven. Kies met je groepje één ontwerpprobleem waarmee jullie aan de slag gaan. 

Slide 11 - Tekstslide

1. Blind
Ontwerpprobleem:

Sara is blind en wil graag in een goed matchende outfit naar school komen. Door haar blindheid kan ze niet zien welke kleren er in haar kast liggen en welke goed bij elkaar passen.

Ontwerpvraag:
Hoe kan Sara zelfstandig haar outfit uitzoeken?


Slide 12 - Tekstslide

2. Doof
Ontwerpprobleem:

Als er brand uitbreekt in huis gaat de rookmelder af. Maar Rik hoort dat niet, want hij is volledig doof.

Ontwerpvraag:
Hoe kan Rik 's nachts gewaarschuwd worden bij brand?


Slide 13 - Tekstslide

3. Tast
Ontwerpprobleem:

Rosa merkt het niet als zij pijn heeft. Bij het koken kan dat erg vervelend zijn, omdat ze zich hierdoor sneller snijdt of haar handen brandt aan een heet oppervlak.
Ontwerpvraag:
Hoe kan Rosa veilig pasta met saus maken?
Denk hierbij aan water koken, pasta in de pan doen, pasta afgieten, groente snijden, groente roerbakken, etc. 


Slide 14 - Tekstslide

4. Reuk en smaak
Ontwerpprobleem:

Tijdens het eten gebruik jij je reukorganen en geniet van je van het eten. Door het corona-virus is het reukorgaan van Ali aangetast.

Ontwerpvraag:
Hoe kan Ali toch smaak ervaren?


Slide 15 - Tekstslide

Met welk ontwerpprobleem ga je aan de slag?
A
Blind
B
Doof
C
Tast
D
Reuk en Smaak

Slide 16 - Quizvraag

Programma van eisen
In het ontwerp is alles mogelijk. Het moet wel voldoen aan het programma van eisen.

In deze opdracht werk je met 4 zintuigen:
  • Gezichtszintuig
  • Gehoorzintuig
  • Gevoelszintuig
  • Reukzintuig en/of smaakzintuig

Bij elk ontwerpprobleem werkt één van deze zintuigen niet. Het ontwerp moet de andere drie zintuigen prikkelen.
  • Het ontwerp lost het ontwerpprobleem op.
  • De persoon van het ontwerpprobleem mag geen hulp krijgen van anderen.
  • Het ontwerpvoorstel is een schets met uitleg
  • Het ontwerp krijgt een passende naam. 


Slide 17 - Tekstslide

Brainstormfase
Je bedenkt zoveel mogelijk ideeën en probeert verschillende mogelijkheden uit. Je mag out-of-the-box denken.


Ga als volgt te werk:
  • Werk op papier
  • Schrijf de drie zintuigen op die nog wel werken
  • Schrijf bij elk zintuig minstens twee manieren om het te prikkelen, zodat het probleem opgelost kan worden.

Slide 18 - Tekstslide

Upload een foto of afbeelding van de ideeën.

Slide 19 - Open vraag

Ontwerpvoorstel
Je gaat een keuze maken. Het idee moet voldoen aan de ontwerpvraag en aan het programma van eisen. Het idee werk je uit in een ontwerpvoorstel.

Ga als volgt te werk:
Kies het beste en leukste idee
  • Geef in je brainstorm-document met een pijl aan welke ideeën voldoen aan de ontwerpvraag.
  • Geef met een andere kleur pijl aan welke ideeën voldoen aan het programma van eisen.
  • Kies het beste idee of combinatie van ideeën.
Maak van het idee een goed ontwerpvoorstel
  • Combineer deze ideeën tot een ontwerpvoorstel.
  • Maak een gedetailleerde tekening van het ontwerp.
  • Schrijf erbij hoe het werkt.
  • Geef je ontwerp een passende naam.

Controleer of het ontwerpvoorstel voldoet aan de ontwerpvraag en het programma van eisen. 



Slide 20 - Tekstslide

Foto van het ontwerpvoorstel

Slide 21 - Open vraag

Presentatie
Je presenteert je ontwerp en legt uit waarom het voldoet aan het ontwerpprobleem.

  1. Overtuig een ander team van jullie geweldige ontwerp.
  2. Vertel een ander team kort over jullie ontwerp

Het andere team vertelt kort aan jullie over hun ontwerp.

Besteed in jullie presentatie aandacht aan de volgende punten:
  • Welk zintuig werkt er niet meer?
  • Welke problemen volgen daaruit?
  • Hoe hebben jullie de drie werkende zintuigen geprikkeld?
  • Welke problemen voorzagen jullie zelf al met je eigen ontwerp en hebben jullie getackeld? 


Slide 22 - Tekstslide

Besteed bij het feedback geven aandacht aan de volgende punten:

  • Voldoet het ontwerp aan het programma van eisen?
  • Worden de drie andere zintuigen adequaat geprikkeld? (Of wordt uitgelegd waarom niet alle zintuigen worden gebruikt?)
  • Is het ontwerp echt een hulpmiddel en niet (alleen) een aanpassing van gedrag?
  • Is het ontwerp origineel (nog niet bestaand)?
  • Zou jij hier geld in investeren? (Zo nee, wat moet er verbeterd worden voor je dat wel zou doen?)

Slide 23 - Tekstslide

Versterking ontwerpvoorstel
Je kijkt terug op het proces. 
Je kijkt wat je kunt verbeteren, veranderen of uitbreiden aan je ontwerp. 

Slide 24 - Tekstslide

Je hebt van een ander team feedback gekregen op jullie ontwerp. Misschien ben je ook wel geïnspireerd geraakt door wat je bij andere teams hebt gezien. Wat kun je verbeteren, veranderen of uitbreiden aan jullie ontwerp? Beschrijf dit.

Slide 25 - Open vraag

Upload hier je verbeterde ontwerpvoorstel. (Zorg dat aanpassingen ook goed zichtbaar zijn.)
Daarnaast lever je de opdracht volledig in, in Teams.

Slide 26 - Open vraag

Klaar

Slide 27 - Tekstslide