HEY 4.4 Cirkelbewegingen

4.4 Cirkelbewegingen
Les 1
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.4 Cirkelbewegingen
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert welke kracht er voor een cirkelbeweging nodig is.
Je leert welke eigenschappen een cirkelbeweging heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige keer
De trillingstijd van een massa-veersysteem is afhankelijk van de massa en de veerconstante.


- demping
- eigenfrequentie
- gedwongen trilling
- resonantie
T=2πCm

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een trilling?

Een trilling is een herhaalde beweging om een evenwichtsstand.

Voorbeelden: schommel, luidspreker, slinger, massa-veersysteem.

Slide 4 - Tekstslide

Cirkelbeweging

Is een periodieke beweging, maar heeft geen evenwichtsstand, dus is geen trilling.

Slide 5 - Tekstslide

Baansnelheid
De snelheid waarmee iets de cirkelbeweging maakt heet de baansnelheid (v).

De baansnelheid is constant even groot. Hij verandert alleen steeds van richting. 

Slide 6 - Tekstslide

T en f
De tijdsduur waarin er één rondje wordt gemaakt heet de omlooptijd (T).

Het aantal rondjes wat er per seconde wordt uitgevoerd heet de omloopfrequentie (f).

Slide 7 - Tekstslide

Eenparige cirkelbeweging.
Een cirkelbeweging waarbij de baansnelheid constant is noem je een eenparige cirkelbeweging. Hiervoor geldt;
v=T2πr
v = baansnelheid in meter per seconde (m/s)
r = de straal van de cirkelbaan in meter (m)
T = omlooptijd in seconde (s)

Slide 8 - Tekstslide

London Eye
London Eye is een reuzenrad in London met een diameter van 135 m. Een rondje in dit reuzenrad duurt 30 minuten.

Wat is de baansnelheid in m/s?

Slide 9 - Tekstslide

London Eye
London Eye is een reuzenrad in London met een diameter van 135 m. Een rondje in dit reuzenrad duurt 30 minuten.

Wat is de baansnelheid in m/s?
Gegevens:
   d = 135 m, dus r = 67,5 m 
   T = 30 min = 1800 s
Gevraagd:
   baansnelheid (v)
Formule:


Berekening


Antwoord

v=T2πr
v=18002π67,5=0,235...
v=0,24sm

Slide 10 - Tekstslide

London Eye

Een monteur voert onderhoud uit bij reuzenrad aan de binnenkant van het rad, dichterbij het middelpunt terwijl het blijft draaien.

Is zijn baansnelheid groter of kleiner dan die van de cabines?
X

Slide 11 - Tekstslide

London Eye

Een monteur voert onderhoud uit bij reuzenrad aan de binnenkant van het rad, dichterbij het middelpunt terwijl het blijft draaien.

Is zijn baansnelheid groter of kleiner dan die van de cabines?
De formule voor baansnelheid is                    

Hieruit blijkt dat het verband tussen v en r recht evenredig is.

De straal van de cirkelbeweging van de monteur is kleiner, dus zijn baansnelheid zal ook kleiner zijn.
v=T2πr

Slide 12 - Tekstslide

Middelpuntzoekende kracht.
  • Kracht gericht naar het middelpunt (waar je omheen draait).
  • De middelpuntzoekende kracht is de nettokracht!
  • Dat betekent dat de middelpuntzoekende kracht "geleverd" wordt door een andere kracht!
  • Voorbeeld: 
  • Wrijvingkracht levert  middelpuntzoekende kracht in  bocht
  • Normaalkracht levert middelpuntzoekende kracht in een achtbaan.
  • Spankracht levert middelpuntzoekende steen aan touw

Slide 13 - Tekstslide

De middelpuntzoekende kracht

Slide 14 - Tekstslide

Bij een eenparige cirkelbeweging is de snelheid constant
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Bij een eenparige cirkelbeweging staat de snelheid altijd loodrecht op de straal van de doorlopen cirkel.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Bij een eenparige cirkelbeweging is de Fres = 0 N
timer
1:00
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Een moderne looping is een voorbeeld van een eenparige cirkelbeweging.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Bij deze looping is de snelheid is overal hetzelfde.
De normaalkracht is dan ook overal het zelfde.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

De aarde cirkelt om de zon. De aantrekkingskracht van de aarde op de zon is kleiner dan de aantrekkingskracht van de zon op de aarde
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De aarde beweegt in een cirkelbaan om de zon. Welke van deze krachten is de oorzaak van deze beweging?
A
Fvw
B
Fg
C
Fg en Fvw samen
D
Fmpz

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag!
4.4 Cirkelbewegingen
Maken opdr. 40 t/m 46
Nakijken

Slide 22 - Tekstslide

4.4 Cirkelbewegingen
Les 2

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert welke kracht er voor een cirkelbeweging nodig is.
Je leert welke eigenschappen een cirkelbeweging heeft.

Slide 24 - Tekstslide

6

Slide 25 - Video

Is de beweging die het kind in de attractie uitvoert een periodieke beweging?

Slide 26 - Open vraag

Is de beweging die het kind in de attractie uitvoert een trilling?

Slide 27 - Open vraag

Bij de attractie Gravitron ride voeren de bezoekers een cirkelbeweging uit. Deze gravitron ride gaat rond met een snelheid van 30 rpm. De straal van de attractie is gelijk aan 8m.
Bereken de baansnelheid in m/s en km/h. Bereken hiervoor eerst de omlooptijd.

Slide 28 - Open vraag

Leg uit hoe het kan dat de kinderen niet naar beneden vallen, zodra de grond onder hun wegzakt.

Slide 29 - Open vraag

Stel dat de muren plotseling weg zouden vallen. In welke richting zou het kind dan wegvliegen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 30 - Quizvraag

Aan de slag!
4.4 Cirkelbewegingen
Maken opdr. 47 t/m 53

Slide 31 - Tekstslide