B1c zinsdelen en voorzetsels

Planning
Bespreken huiswerk
Voorzetsels + oefenen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
Bespreken huiswerk
Voorzetsels + oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Bij het skiën heeft Anneloes haar bovenbeen gebroken. 

Slide 2 - Tekstslide

De verdachte legde een verklaring af tegen de politie.

Slide 3 - Tekstslide

Ergens in mijn slaapkamer moet mijn mobiel liggen.

Slide 4 - Tekstslide

Voor zijn lening moet hij een hoge rente betalen.

Slide 5 - Tekstslide

Marloes heeft een mooie etage gekocht in het centrum van Amsterdam.

Slide 6 - Tekstslide

In West-Europese bossen komen af en toe wolven voor.

Slide 7 - Tekstslide

Ik sla mijn foto’s van de vakantie altijd nauwkeurig op.

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel

Je kunt een voorzetsel herkennen in zin. 

Slide 9 - Tekstslide

Filmpje Nieuw Nederlands

Je kunt een voorzetsel herkennen in zin. 

Slide 10 - Tekstslide

Theorie blz. 158
Een voorzetsel...
... geeft een plaats aan. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Woordweb

Een voorzetsel...
... geeft een tijd aan. 
Tijdens het feest kreeg ik cadeaus. 
Na de taart zong iedereen een lied. 
Voor het slapen gaan bedankte ik iedereen. 
Ezelsbruggetje: het feest

Slide 13 - Tekstslide

Het

Slide 14 - Woordweb

Een voorzetsel...
... geeft een reden of oorzaak aan. 

Wegens  ziekte kan ik helaas niet komen. 

Slide 15 - Tekstslide

Een voorzetsel...
plaats/tijd of reden/oorzaak
Meestal aan het begin van een zinsdeel.

Marloes / heeft / een mooie etage / gekocht/ 
 in het centrum van Amsterdam.

Slide 16 - Tekstslide

Een voorzetsel...
... hoort soms bij een werkwoord.

kijken naar (looking at)
denken aan (thinking of)
houden van 

Slide 17 - Tekstslide

voorzetsel
Let op bij een scheidbaar werkwoord hoort het woordje dat achterin de zin staat bij het werkwoord

De trainer legt de tactiek uit
werkwoord: uitleggen 

Slide 18 - Tekstslide

De man kijkt naar de tv.

Slide 19 - Open vraag

In dat restaurant kun je heerlijk eten.

Slide 20 - Open vraag

De leraar belt op naar het zwembad.

Slide 21 - Open vraag

Maak opdracht 1 en 2 (blz. 159)
Klaar? Maak opdracht 3 (blz. 160)
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Lees de theorie over voorzetsels nog een goed door (blz. 158).

Maak opdracht 3 (blz. 159)

Slide 23 - Tekstslide