mavo 2 herhalen leesvaardigheid

mavo 2 herhalen leesvaardigheid
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

mavo 2 herhalen leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 2: stappenplan lezen
Je krijgt een tekst. Hoe pak je die aan?

Slide 2 - Tekstslide

Par. 3: Er staat een lastig woord in de tekst. Noem zoveel mogelijk manieren waarop je erachter kan komen wat het woord betekent?

Slide 3 - Open vraag

Paragraaf 4: Tekstverbanden en signaalwoorden
Zie blz. 21

Slide 4 - Tekstslide

Noem signaalwoorden van een tegenstellend verband.

Slide 5 - Open vraag

Maak een zin waarin een tegenstellend verband voorkomt. Gebruik dus een signaalwoord voor een tegenstellend verband in je zin.

Slide 6 - Open vraag

Welke signaalwoorden passen bij een chronologisch verband?

Slide 7 - Open vraag

Maak een zin waarin een chronologisch verband voorkomt. Gebruik dus een signaalwoord voor een chronologisch verband in je zin.

Slide 8 - Open vraag

Noem signaalwoorden voor een opsommend verband.

Slide 9 - Open vraag

Noem een signaalwoord bij een toelichtend verband.

Slide 10 - Open vraag

Maak een zin waarin een opsommend verband voorkomt. Gebruik dus een signaalwoord voor een opsommend verband in je zin.

Slide 11 - Open vraag

Maak een zin waarin een toelichtend verband voorkomt. Gebruik dus een signaalwoord voor een toelichtend verband in je zin.

Slide 12 - Open vraag

Paragraaf 5
Feit, mening, standpunt en argument

Slide 13 - Tekstslide

Judo is een lastige sport.
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quizvraag

Parijs is een drukke stad.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quizvraag

Ik vind het goed dat telefoons in school verboden zijn.
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quizvraag

Kim heeft gezegd dat Karel irritant is.
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quizvraag

Zie powerpoint les

Slide 18 - Tekstslide

Verzin zelf een argument:
Er moet een speciale kassa komen voor zeurende bejaarden, want...

Slide 19 - Open vraag

Verzin zelf een argument: Eén op de miljoen sigaretten en vapes moet een zwaar explosief bevatten.

Slide 20 - Open vraag