a Mijn vriendin heeft haar arm gebroken. Ik stuur ..... een lief whatsappje.
b Mijn mentor geeft ..... de cijfers van de toets.
c Mijn vader wordt vijftig jaar,
dus we hebben ................ een verrassingsfeest georganiseerd.
d Kun je.............. jouw boek Nederlands even lenen, ik ben het mijne vergeten.