Deviant op weg naar 1F thema 2 spelling en grammatica deel 1

Nederlands
Thema 2 hoofdstuk 2

Spelling en grammatica
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Thema 2 hoofdstuk 2

Spelling en grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van deze les:

Weet jij wat klinkers en medeklinkers zijn.

Weet jij wat lettergrepen zijn en kun je woorden in lettergrepen verdelen.


Slide 2 - Tekstslide

Start
blz 50:

We lezen samen de theorie van de klinkers en medeklinkers. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Letters en klanken
  • Bij elke letter hoort een klank
  • Een letter heeft niet altijd dezelfde klank.
  • Voorbeeld korte klank: Kat, Lot    ( Je schrijft altijd 1 letter)
  • Voorbeeld lange klank: kater en loten
  • Een lange klank schrijf je met 1 of 2 letters: slaap- slapen, boom, bomen.

Slide 5 - Tekstslide

Samenvatten


  1. Er zijn vijf klinkers: a,e,i,o,u ( de y is soms een klinker en soms een medeklinker)
  2. Er zijn veel medeklinkers: b,c,d,f,g,h,j,k,l,m,n,p,q,r,s,t,v,w,x

Slide 6 - Tekstslide

Samen oefenen
We maken een sleepvraag.
Sleep de woorden naar het juiste vak:

Korte klank of lange klank?

Slide 7 - Tekstslide

korte klank
Lange klank
Kop
boor
baan
bes
kuur
hut
bak
beer
storm
brood

Slide 8 - Sleepvraag

Lettergrepen
blz 51:
We lezen samen de theorie.

Slide 9 - Tekstslide

Lettergrepen


Woorden bestaan uit een of meer lettergrepen. In een lettergreep staat altijd een klinker of tweeklank.


Woorden met 1 lettergreep: kind, kom


Woorden met 2 lettergrepen:

pot-lood, jon-gen.


Woorden met drie lettergrepen:

Zwem-wed-strijd

Slide 10 - Tekstslide

TIP
Heel, heel langzaam praten. 
Vaak hoor je de lettergrepen.

ziekenhuis
conditie

Slide 11 - Tekstslide

Bedenk een woord met twee lettergrepen!

Slide 12 - Open vraag

Maken
blz 51 opdracht 1:
Vul de rijtjes aan in je schrift.

blz 51 en 52 opdracht 2:
Verdeel in lettergrepen.
Schrijf de woorden in je schrift.
Schrijf erbij:  de - het - een 

Slide 13 - Tekstslide

Bespreken
We bespreken opdracht 2

Studiemeter:
Lettergrepen

Slide 14 - Tekstslide