4.1A Ik kan decimale getallen in volgorde van grootte zetten
4.1B Ik kan bij berekeningen met decimale getallen de komma verschuiven
4.1C Ik kan decimale getallen afronden
4.1D Ik kan grote getallen afronden
4.2A Ik kan berekeningen maken met de rekenmachine
4.2B Ik kan de uitkomst van een berekening schatten
4.3A Ik kan afronden bij praktische situaties
4.3B Ik kan rekenen met grote getallen
4.4A Ik kan met percentages rekenen
4.4B Ik kan percentages berekenen
4.5A Ik kan rekenen met verhoudingen
4.5B Ik kan rekenen met evenredigheden
4.5C Ik kan rekenen met omgekeerd evenredigheden