In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
1.3 Persoonlijke presentatie
Slide 1 - Tekstslide
Weet je nog? Wat betekent beroepshouding?
A
Een onprofessionele houding
B
Een houding die hoort bij een beroep
C
Je gedraagt je hetzelfde als thuis
D
De manier hoe je er bij staat op werk
Slide 2 - Quizvraag
Bij welk kenmerk van een beroepshouding hoort:
"Ik vind lopen met een dienblad moeilijk, maar ik oefen veel. Het lukt binnenkort vast beter."
A
Collegiaal
B
Op tijd komen
C
Doorzettingsvermogen
D
Wees flexibel
Slide 3 - Quizvraag
Bij welk kenmerk van een beroepshouding hoort: "Ik ben om 8.40 uur op mijn stage zodat ik nog tijd heb om mijzelf om te kleden en om 9.00 uur startklaar ben."
A
Wees collegiaal
B
Kom op tijd
C
Toon inzet
D
Wees flexibel
Slide 4 - Quizvraag
We gaan verder
Persoonlijke Presentatie
Slide 5 - Tekstslide
Probeer eens.... Wat betekent representatief?
A
Dat je netjes praat
B
Dat je de taken van de leidinggevende uitvoert
C
Extra make-up dragen
D
De manier waarop je, je gedraagt en je uiterlijke verzorging
Slide 6 - Quizvraag
1.3 Persoonlijke presentatie
In je stage kom je met verschillende mensen in contact. Dit kunnen klanten, bezoekers, collega's en je leidinggevende zijn.
het is belangrijk dat jij eenpositieve indruk achterlaat
dit laat je zien met gedrag
dit laat je zien met kleding en persoonlijke verzorging
je bent representatief(kleding, uiterlijk en gedrag passen bij uitstraling bedrijf)
Slide 7 - Tekstslide
Bedrijfskleding
In veel beroepen dragen mensen bedrijfskleding. Het dragen van bedrijfskleding heeft 3 functies.
1. veiligheid
2. hygiëne
3. herkenbaarheid
Slide 8 - Tekstslide
Bedrijfskleding welke beroepen?
Slide 9 - Woordweb
Zoek 1 foto van het dragen bedrijfskleding
Slide 10 - Open vraag
Wie van jullie draagt er bedrijfskleding? Waarom? Vind je dat leuk? of zou je het erg vinden om bedrijfskleding te dragen?
Slide 11 - Open vraag
Bedrijfskleding
Bij gebruik van bedrijfskleding zorg je ervoor dat je er zorgvuldig mee omgaat.
Het is niet jouw eigendom.
Geen bedrijfskleding?
Zorg ervoor dat je nette kleding draagt en vraag wat voor kleding is toegestaan.
Slide 12 - Tekstslide
Bij de supermarkt moeten alle werknemers dezelfde kleding dragen zodat de klant weet wie zij kunnen aanspreken. Wat is hier het kenmerk van bedrijfskleding?
A
Herkenbaar
B
Veiligheid
C
Hygiëne
Slide 13 - Quizvraag
Mag je met kapotte werkschoenen aan het werk gaan?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Is het professioneel om te laat te komen op een afspraak?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Persoonlijke verzorging Noem enkele voorbeelden
Slide 16 - Woordweb
Persoonlijke verzorging is...
A
alles om het lichaam gezond te houden.
B
hygiëne zoals handen wassen
C
dat je aandacht besteed aan je uiterlijk
D
dat je je tanden poetst en gezond eet
Slide 17 - Quizvraag
Persoonlijke verzorging
Slide 18 - Tekstslide
Met je kleding en gedrag, make-up en kapsel geef je een bepaalde indruk.
Met je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking geef je ook een bepaalde indruk
Met je kleding en gedrag, make-up en kapsel geef je een bepaalde indruk.
Met je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking geef je ook een bepaalde indrukt
Slide 19 - Tekstslide
Wat vind jij belangrijk als het gaat om een goede indruk maken?