samengestelde zin/(onjuiste)samentrekking

Noteer de persoonsvormen:
Kees voetbalt elke zaterdag en hockeyt ook nog twee keer per week.
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Noteer de persoonsvormen:
Kees voetbalt elke zaterdag en hockeyt ook nog twee keer per week.

Slide 1 - Open vraag

Noteer de onderwerpen:
Kees voetbalt elke zaterdag en hockeyt ook nog twee keer per week.

Slide 2 - Open vraag

Dus
  • je weet wat een samengestelde zin is


  • je weet hoe je meerdere persoonsvormen vindt in samengestelde zinnen

Slide 3 - Tekstslide

Noteer de onderwerpen:
Jan heeft veel geoefend, want hij wil zijn theorie-examen in één keer halen.
timer
0:25

Slide 4 - Open vraag

Noteer de persoonsvormen:
Jan heeft veel geoefend, want hij wil zijn theorie-examen in één keer halen.

Slide 5 - Open vraag

Wat ga je nu leren?
  • je kunt de juiste voegwoorden en woordvolgorde in samengestelde zinnen gebruiken

  • je kunt zinnen samentrekken

Slide 6 - Tekstslide

Noteer de persoonsvormen:
Sommige lampen in de aula van de school zijn kapot en zullen binnenkort door de conciërge vervangen worden.
timer
0:20
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

VOEGWOORDEN

en - maar - want


gebruik je bij hoofdzin + hoofdzin

(zinnen waarbij pv en ow naast elkaar staan)

Bijvoorbeeld:

Gisteren was ik vrij, want de leraren hadden een studiedag.

Slide 9 - Tekstslide

VOEGWOORDEN

omdat - als - terwijl

\

gebruik je bij hoofdzin + bijzin

(zinnen waarbij tussen pv en onderwerp nog woorden  staan)

Bijvoorbeeld:

Gisteren was ik vrij, omdat de docenten  een studiedag hadden.

Slide 10 - Tekstslide

woordvolgorde in uitdrukkingen
In uitdrukkingen ligt de woordvolgorde vaak vast. Je mag de woordvolgorde niet veranderen. De uitdrukking klopt dan niet meer.

Bijvoorbeeld:

Goed - Dat gaat alle perken te buiten


Fout - Dat gaat buiten alle perken

Slide 11 - Tekstslide

Samentrekking
  • bekijk het volgende filmpje
  • in dit filmpje wordt uitgelegd wat een samentrekking is, maar ook wat een foutieve samentrekking is

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Samentrekking (woorden weglaten) kan alléén als:


1. de woorden moeten hetzelfde getal zijn

(meervoud of enkelvoud)


Goed: Elza drinkt graag thee, maar Lotte  (-) liever koffie.


Fout: Mijn ouders slapen in de caravan en ik  (-)  in de tent.

drinkt

Elza drinkt en Lotte drinkt - beide enkelvoud

slaap

Mijn ouders slapen = meervoud

Ik slaap = enkelvoud

Slide 14 - Tekstslide

Samentrekking

2. als je ow en pv in een zin samentrekt (weglaat), moeten die op dezelfde plaats staan in de zin



wij

staan wij - gaan wij

Han

kwam Han - pv ow

Han had - ow pv

Goed: Vandaag staan wij vroeg op en gaan  (-)  zo snel mogelijk aan de slag met ons huiswerk.


Fout: Vanmorgen kwam Han te laat, want  (-)  had zich verslapen.

Slide 15 - Tekstslide

Samentrekking

3. de woorden moeten dezelfde betekenis hebben



zijn niet gekrompen

mijn T-shirts zijn gekrompen - mijn sokken zijn niet gekrompen

kromp

Lisa kromp ineen - Lisa verkrimpt / kromt ineen

Het truitje kromp - het truitje werd kleiner in de was

Goed: Mijn T-shirts zijn gekrompen, maar mijn sokken  (-)  niet  (-) .


Fout: Lisa kromp ineen van de pijn en haar truitje  (-)  in de was.

Slide 16 - Tekstslide