Zet de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde.
Longen
Kleine bloedsomloop
rechterkamer
longaders
longslagaders
linkerboezem
Slide 23 - Sleepvraag
Welke functies hebben de bloedsomlopen?
Grote Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Zuurstof afgeven aan cellen
Zuurstof opnemen in het bloed
koolstofdioxide afgeven aan de longen
koolstofdioxide opnemen in het bloed
Slide 24 - Sleepvraag
Een haarvat is een bloedvat die...
A
zo dik is als een haar.
B
een wand heeft van 1 cellaag dik.
C
het lichaam voorziet van zuurstofrijk bloed
D
het lichaam voorziet van zuurstofarm bloed.
Slide 25 - Quizvraag
Bij sommige diersoorten komen zogenaamde wondernetten voor. Bij zo’n wondernet vertakt een slagader zich in kleinere slagaders die weer uitkomen in één grotere slagader (zie afbeelding). Een wondernet bestaat uit slagaders. Drie plaatsen in de bloedvaten van dit wondernet worden met de letters P, Q en R aangegeven. De samenstelling van het bloed op deze plaatsen wordt met elkaar vergeleken. Welke letter geeft de plaats aan waar de hoeveelheid van de voedingsstof glucose in het bloed het laagst is?
A
letter P
B
letter Q
C
letter R
Slide 26 - Quizvraag
In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.
Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader
Slide 27 - Sleepvraag
met welke letter is een haarvat aangegeven?
A
met nummer Q
B
met nummer R
C
met nummer S
Slide 28 - Quizvraag
In de afbeelding is een wondernet getekend. Bij een wondernet vertakt een slagader zich in kleinere slagaders die weer uitkomen in één grotere slagader.
Waar is de bloeddruk het hoogst?
A
P
B
Q
C
R
Slide 29 - Quizvraag
In de afbeeldingen zijn verschillende type bloedvaten schematisch weergegeven. Zet de naam van het type bloedvat op de juiste plaats.
Haarvat
Slagader
Ader
Slide 30 - Sleepvraag
Welke taak hoort bij welk bloedvat?
de bloeddruk is heel laag, en bloed gaat via deze bloedvaten naar het hart toe.
dikke wanden, en het bloed gaat vanaf het hart door dit soort bloedvaten naar organen toe
dunne bloedvaten, hier gaan stoffen van het bloed naar cellen en andersom