Basisstof 3, Beenverbindingen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Basisstof 3 Beenverbindingen

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je...

• tenminste 3 verschillende manieren benoemen waarop botten verbonden kunnen zijn.
• Waarom er één dun laagje kraakbeen zit om de bot uiteinden bij een gewricht.
• Benoemen wat de functie van een kapselband is.

Wat gaan we vandaag doen?

Lesdoelen

Even terugblikken

Uitleg basisstof 3

Aan de slag! (klassikaal huiswerk maken)

Even terugblikken

• Wat is een andere naam voor skelet?
• Wat is de verhouding tussen kalk en lijmstof in een bot?
• Op welke 4 plaatsen in ons lichaam hebben wij kraakbeen?
• Wat zijn de 4 functies van het skelet?

Verbinding

Botten kunnen op 4 verschillende manieren verbonden zijn:

• vergroeid
• met een naad
• met kraakbeen
• met een gewricht

Heiligbeen

Het heiligbeen bestaat uit botten die vergroeid zijn. De wervels zijn hier aan elkaar vergroeid.

Het staartbeen die aan het heiligbeen zit bestaat ook uit vergroeide wervels.

Schedel (volwassen)

De schedel heeft naden tussen de botten . 

Tussen de schedeldelen zitten naden maar deze zijn niet bewegelijk.

Fontanellen (schedel baby)

Bij de schedel van een baby zit er nog ruimte tussen de naden. Dit noemen we fontanellen.

De ruimte is belangrijk voor de bewegelijkheid. dit is nodig tijdens de bevalling.

Het eerste levensjaar groeien deze dicht. 

Bij een baby moet je dus nooit te hard op het hoofdje drukken!

Botten met beweging

Als er tussen de botten kraakbeen maakt dat deze botten bewegelijk.

(kraakbeen heeft een hoog lijmstof gehalte)

Plaatje: Kraakbeen tussen de  ruggenwervels.

Gewrichten

Een gewricht zorgt voor een verbinding tussen 2 botten. Dit zorgt voor beweeglijkheid.

Een gewricht bestaat uit een een gewrichtskogel die ligt in een gewrichtskom.

Gewrichten

Om de botten zit een dun laagje kraakbeen dit zorgt voor bewegelijkheid en voorkomen slijtage (kapot gaan).

Om de twee botten zit een gewichtskapsel  dit houdt de botten bij elkaar.

Soms hebben gewrichten daar ook kapselbanden. De kapselbanden zitten daar ook voor het op zijn plaats houden van het bot.

Het  gewichtskapsel is gevuld met een stroperige vloeistof, dit is een soort olie om de boel soepel te houden we noemen dit het  gewrichtsmeer.

Gewricht type 1

• kogelgewricht
• de gewrichtskogel draait in de gewrichtskom.

• alle soorten bewegingen zijn hier mogelijk

Gewricht type 2

• Scharniergewricht.
• De gewrichten bewegen als een soort scharnier.

• Alleen de beweging heen en terug is mogelijk.

Ligamenten

Kijkopdracht:

In het filmpje wordt er gesproken van ligamenten. Wat is het andere woord daarvoor wat jullie leren?

Lesdoelen Check

Aan het einde van de les kan je...

• tenminste 3 verschillende manieren benoemen waarop botten verbonden kunnen zijn.
• Waarom er één dun laagje kraakbeen zit om de bot uiteinden bij een gewricht.
• Benoemen wat de functie van een kapselband is.

Aan de slag! Thema 4.3

Wat?  Lezen va blz. 21 Maken 1 t/m 9 (5 niet)

Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur op tafelvolume.

Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.

Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les.

Uitkomst, wat doen we ermee? Aan het einde van de les bespreken we de belangrijkste vragen. Je kan random de beurt krijgen.

Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 4.1, 4.2 en 4.3, flitskaarten leren. 

               

www.exitticket.nl