Heeft de postbode uit het filmpje een primair of een overdrachtsinkomen en waarom?
Slide 7 - Open vraag
Nationaal inkomen/ BBP
Het totale inkomen van een land = nationaal inkomen of bruto binnenlands product (BBP)
Als je landen wil vergelijken kijk je naar het gemiddelde inkomen per inwoner = BBP per hoofd v/d bevolking
Formule = BBP : aantal inwoners
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het BBP?
A
Bruto Buitenlands product
B
Bruto Binnenlands Product
C
Buiten Binnenlands product
D
Het totale primaire inkomen van een land.
Slide 9 - Quizvraag
Het BBP van een land is in 2018 € 430 miljard. Het land heeft 14,35 miljoen inwoners. Hoeveel bedraagt het BBP per hoofd van de bevolking?
timer
1:30
Slide 10 - Open vraag
Het BBP van een land is in 2018 € 430 miljard, een jaar later is het bbp € 442,9 miljard. Met hoeveel procent is het BBP gestegen? (noteer ook je berekening)
timer
1:30
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Video
Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal
Slide 13 - Quizvraag
Wat zijn de beloningen voor de productiefactoren?
A
loon, pacht, huur, rente en winst
B
arbeid, natuur, kapitaal
C
loon, pacht, natuur en kapitaal
D
arbeid, rente, winst en loon
Slide 14 - Quizvraag
Welke afkorting kun je gebruiken om de productiefactoren te onthouden?
A
CATAMARAN
B
KAJAK
C
VALK
D
KANO
Slide 15 - Quizvraag
Huiswerk volgende week
Maken =
Vraag 2.1 t/m t/m 2.5
Huiswerk staat in SOMtoday
Eerste 5 minuten stil!
Daarna RUSTIG overleggen.
timer
5:00
Slide 16 - Tekstslide
Wat heb je geleerd deze les?
Slide 17 - Open vraag
Waar wil je extra uitleg over?
Slide 18 - Open vraag
Wat moet je kennen/ kunnen?
Je weet het verschil tussen primaire en overdrachtsinkomens.
Je kunt voorbeelden noemen van primaire en overdrachtsinkomens.
Je weet wat het nationaal inkomen / BBP is.
Je kunt berekeningen maken met grote getallen (BBP)
Je weet wat de 4 productiefactoren zijn.
Je weet wat de 5 beloningen zijn van de 4 productiefactoren.