Vrijdag 27 augustus

Welkom
Pak alvast je boek en een pen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak alvast je boek en een pen

Slide 1 - Tekstslide

8e uur

Een aantal vragen voor we beginnen
Boek 3B
PTA
Werkwijze economie
9e uur

uitleg paragraaf 7.1
zelfstandig werken aan 7.1

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je/kan je:

- wat de verschillende soorten productie zijn
- wat de productiefactoren zijn
- het verschil tussen kapitaalgoed en consumptiegoed uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Als je denkt aan het vak economie van vorig jaar, waar was je goed in?
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Als je denkt aan het vak economie, waar zou je dit jaar beter in willen worden?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Ik ga mijn best doen om ervoor te zorgen dat je je examen voor economie haalt, wat verwacht je van mij?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

PTA
Periode van Toetsen en Afsluiting

 

Hieronder vallen: toetsen, so’s, praktische opdrachten.

De cijfers die je vorig jaar hebt gehaald en die je nu haalt tellen mee voor je diploma
Laten we het PTA eens bekijken



Slide 7 - Tekstslide

Werkwijze economie
Les op maandag 5e uur, woensdag 3e uur en vrijdag 8e en 9e uur


Elke week oefenen we met examenvragen

Elke week leer je iets nieuws.

Slide 8 - Tekstslide

Verwachtingen van mij:
- je hebt je spullen altijd voor elkaar
- je bereidt je goed voor op de les (huiswerk af)
- je houdt je aan de schoolregels
- je helpt elkaar in de lessen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

informele productie

- onbetaalde productie

Noem eens voorbeelden
formele productie

- betaalde productie

Noem eens voorbeelden

Slide 11 - Tekstslide

Productiefactoren
Arbeid, Natuur en Kapitaal(goederen)

Arbeid: productie verricht door de mens
Natuur: materiaal en grondstoffen uit de natuur
Kapitaal(goederen): machines, computers, materiaal wat gebruikt wordt voor de productie

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Je werkt in een bloemenzaak en verkoopt bloemen. Noem bij elke productiefactor wat je gebruikt.

Arbeid:        verkoopster stelt een boeket samen
Natuur:       de bloemen uit de natuur
Kapitaal:    de snoeischaar, de plantenbakken, het papier voor                               het boeket.

Slide 13 - Tekstslide

Je werkt in een bakkerij en bakt broden voor de verkoop.
Geef bij elk productiefactor aan wat je gebruikt.

timer
1:30

Slide 14 - Open vraag

Kapitaalintensief

in dit soort bedrijven/beroepen zijn meer kapitaalgoederen dan arbeid.

Voorbeelden: fabrieken met lopende band. 
Arbeidsintensief

in dit soort bedrijven/beroepen is meer arbeid dan kapitaalgoederen

Voorbeelden: kapper, bakker, schrijver

Slide 15 - Tekstslide

Een huisarts is een arbeidsintensief beroep
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Een stratenmaker is een kapitaalintensief beroep
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Consumptiegoed
materiaal wat je gebruikt voor eigen gebruik thuis is een consumptiegoed.

Voorbeeld:
Een zaag van een timmerman is een kapitaalgoed

maar.......

Een zaag die je thuis gebruikt is een consumptiegoed

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Huiswerk voor maandag 30 augustus: maken paragraaf 7.1

Vraag 10 en vraag 13 zijn de enige rekenvragen in deze paragraaf. Deze bespreken we maandag in de les.

Slide 19 - Tekstslide