Adjectives 2023

Welcome
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Welcome in this warm classroom on this cold day.

How nice to see so many happy students. 

Slide 2 - Tekstslide

Today’s goals
You know what adjectives are.
You can use adjectives in the correct way in English sentences

Slide 3 - Tekstslide

  • Bijzondere
  • Paarse
  • Snelle
  • Donkere

Slide 4 - Tekstslide

  • Boek
  • Jas
  • Auto
  • Bos

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoegelijk naamwoorden
  • Bijzondere
  • Paarse
  • Snelle
  • Donkere

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoorden
  • Boek
  • Jas
  • Auto
  • Bos

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoorden
  • Heet niet voor niets een Bij Voeglijk Naamwoord.
  • Je moet het ergens bijvoegen voor het betekenis krijgt.
  • Je voegt het bij een zelfstandig naamwoord, het beschrijft, of zegt iets, over het zelfstandig naamwoord.
  • Het bijzondere boek.
  • De paarse jas.
  • De snelle auto.



Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoorden
  • De geweldige artiest kon erg mooi zingen.
  • Het afschuwelijke monster at iedereen op die hij zag.
  • De mooie stranden waren prachtig om te zien.

Slide 9 - Tekstslide

And now in English
Bijvoeglijk naamwoord                                 Zelfstandig naamwoord
Adjective
Noun

Slide 10 - Tekstslide

Adjectives
  • Adjectives are used to describe nouns
  • You can also use adjectives to describe people
  • The friendly man
  • The charming woman
  • You put the adjective before the noun. 



Slide 11 - Tekstslide

Watch the film
I will stop the film halfway.
Think of as many adjectives as you can for the boy.
In silence, by yourself.
5 minutes



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Watch the rest of the film
  • Again, think of as many adjectives as you can for the boy. 
  • In silence, by yourself.
  • 5 minutes
 

Slide 14 - Tekstslide

Adjectives
  • Sometimes you put the adjective behind the verb.
  •  She looks amazing in her new dress.
  • I am curious to see that new film.  

  • You do this with verbs like to be, look, seem, and appear. 

Slide 15 - Tekstslide

Homework
Ga naar Stepping Stones online.
Ga naar chapter 3.
Maak paragraaf E, writing and Grammar. 

Slide 16 - Tekstslide