wk2 4V 11-14 jan - SO2 - lezen -voorbereiden PW BW

Dienstag, der 11. Januar
SO2: modale ww en woorden 1-5 K2

Weiter lesen Die Wolke

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dienstag, der 11. Januar
SO2: modale ww en woorden 1-5 K2

Weiter lesen Die Wolke

Slide 1 - Tekstslide

Hausaufgaben
l. PW K2 BW2

Slide 2 - Tekstslide

Mittwoch, der 12. Januar
üben für die Prüfung
lesen Text : 
Mit Nutella fängt man Mäuse ODER
Die Talentfischerin

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht bij tekst:
- Lees de tekst
- Onderstreep de signaalwoorden
- Schrijf kort in Duits: wer – was – wo – wie – wann – warum/weshalb
- Maak 3 vragen bij de tekst
- Geef je vragen aan een ander paar met dezelfde tekst en krijg hun vragen terug. Maak die vragen
- Klaar: haal bij mij de vragen die bij de tekst horen en maak deze.

Slide 4 - Tekstslide

Hausaufgaben
L. PW stof K2

Slide 5 - Tekstslide

Donnerstag, der 13. Januar
Laptops
SO 1 bespreken
Vragen leesteksten gisteren uitwisselen
oefenen voor PW
laatste vragen, laatste uitleg

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden C
  1. mit meinem (3e), durch das (4e)
  2. wegen des Krieges (2e), aus dem (3e)
  3. für meine (4e), bei dieser (3e)
  4. statt meiner (2e
  5. zu deinem (3e), von deinen (3e mv!) 

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden D
  1. auf das (wohin, 4e), auf meinen (warten auf! 4e als het niet letterlijk op iets zitten is)
  2. an die (wohin, 4e), an der (wo, 3e)
  3. in meinem (7/2, in met 3e)
  4. auf die (7/2, auf met 4e), auf diese (7/2, auf met 4e)
  5. in dem (wo, 3e)
  6.  über unsere (7/2, über met 4e), neben deine (wohin, 4e: sich setzen = gaan zitten)

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden D
  1. über dem (wohin, 4e, stolpern = struikelen), mit ihrem (3e), in den (wohin, 4e). Eigenlijk in das: Schwimmbad (o), foutje!
  2. in der (wo, in de buurt, 3e), für deinen (4e)
  3. innerhalb dieses Dorfes (2e), mit meinen (3e)
  4. auf einer (wo, 3e), vor dem (wo, 3e), auf meine (warten auf, 4e!)
  5. zwischen den (wo, 3e)
  6. über das (7/2, 4e), an die (wohin, 4e)
  7. auf diese (7/2, 4e, stond er al), während der (2e), auf die (7/2, voorbereiden op, 4e)
  8. wegen eines Unfalls (2e)

Slide 9 - Tekstslide

Hausaufgaben
L. PW stof K2

Slide 10 - Tekstslide