7.5 Afweer

Planning
  • Wat hebben we de vorige les gedaan?
  • Instructie 
  • Werktijd
  • Afsluiting
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Wat hebben we de vorige les gedaan?
  • Instructie 
  • Werktijd
  • Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis ophalen
Wat is er van de vorige les blijven hangen?

Slide 2 - Tekstslide

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 3 - Quizvraag

Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.

Slide 4 - Quizvraag

Waar wordt urine opgeslagen?
A
Lever
B
Nieren
C
Blaas
D
Milt

Slide 5 - Quizvraag

In welk orgaan wordt gal aangemaakt?
A
Twaalfvingerige darm
B
Nieren
C
Galblaas
D
Lever

Slide 6 - Quizvraag

Waar zit het gezuiverde bloed na de nieren in?
A
nierslagader
B
nierader

Slide 7 - Quizvraag

Nierslagader
Nierader
Niermerg
Nierschors
Nierbekken 
Urineleider

Slide 8 - Sleepvraag

Aorta
Blaas
Onderste holle ader
Nierslagader
Nierader
Nieren
Urineleider
Urinebuis

Slide 9 - Sleepvraag

Onderdelen van de huid
Talg
bloedvat
Haar
Kiemlaag
Haarzakje
Haarspiertje
Hoornlaag
vetweefsel
Zweetklier
Talgklier

Slide 10 - Sleepvraag

warm
koud
rode huid
bleke huid
nauwe bloedvaatjes
wijde bloedvaatjes
zweet
rillen
haartjes staan rechtop
haartjes staan normaal

Slide 11 - Sleepvraag

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties
  • Je kunt uitleggen op welke manieren immuniteit kan ontstaan


  • Antistoffen – antigenen – infectie – immuniteit – natuurlijke immuniteit – kunstmatige immuniteit – actieve immunisatie – passieve immunisatie

Slide 12 - Tekstslide

Waar kun je allemaal ziek van worden?

Slide 13 - Open vraag

Lichaamsvreemde stoffen
  • Ziekteverwekkers -> bacteriën, virus, schimmels -> infectie
  • Gifstoffen
  • Splinter
  • Tattoo
  • Afweersysteem/ immuunsysteem/ afweersysteem -> buiten houden en onschadelijk maken

Slide 14 - Tekstslide

Herkenning 
  • Antigenen
  • Vlaggetjes die laten zien wat er in de cel zit
  • Witte bloedcellen kunnen herkennen of de antigenen lichaamseigen of lichaamsvreemd zijn
  • Alle cellen hebben antigenen!

Slide 15 - Tekstslide

Waaraan kan je lichaam herkennen dat een stof lichaamseigen of lichaamsvreemd is?

Slide 16 - Open vraag

Eerste verdediging -> algemene afweer
  • Functie: ziekteverwekkers buiten het lichaam houden
  • Huid 
  • Slijmvliezen (neus, mond, luchtpijp, darmen, urinebuis, vagina):  vangen ziekteverwekkers.
  • Luchtpijp en neus: trilharen om het slijm af te voeren -> slokdarm
  • Maag: zoutzuur -> organismen te doden.

Slide 17 - Tekstslide

Reactie -> algemeen
  • Sommige witte bloedcellen eten  cellen met  lichaamsvreemde antigenen op  (bacteriën, virussen, tattoo-inkt, splinter).
  • Koorts


Slide 18 - Tekstslide

Reactie -> specifieke afweer
  • Witte bloedcellen maken antistoffen
  • Antistof + antigen -> sleutel slot -> passen precies op elkaar



Slide 19 - Tekstslide

Specifieke afweer -> antistoffen
  • Elke witte bloedcel kan maar één type antistof maken.
  • Elke antistof is uniek voor één antigeen.

Slide 20 - Tekstslide

Welke cellen maken antistoffen aan?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bacteriën

Slide 21 - Quizvraag

Leg uit hoe de specifieke afweer aan zijn naam komt?

Slide 22 - Open vraag

Immuniteit - 1e besmetting
  • Eerste besmetting: duurt lang voordat juiste antistof wordt gemaakt -> ziek
  • Voldoende antistoffen om ziekteverwekker te bestrijden -> beter
  • Witte bloedcellen schrijven "recept" -> geheugencellen



Slide 23 - Tekstslide

Immuniteit - 2e besmetting

Slide 24 - Tekstslide

Immuniteit
  • Natuurlijke manier ziekteverwekker/antistoffen krijgen
  • Natuurlijk - actief: je bent ziek en maakt zelf actief antistoffen
  • Natuurlijk - passief: via moedermelk krijg je antistoffen van je moeder

Slide 25 - Tekstslide

Immuniteit
  • Kunstmatig: ziekteverwekker/antistoffen binnen gespoten krijgen
  • Kunstmatig- actief: vaccin met antigenen/verzwakte ziekteverwekker. Je maakt zelf actief antistoffen
  • Kunstmatig- passief: antistoffen binnen krijgen via serum 

Slide 26 - Tekstslide

Vaccinatie/ inenting
Je wordt ingespoten met een dode/ verzwakte ziekteverwekker (of maar een stukje ervan).

De ziekteverwekker kan je niet ziek maken maar de witte bloedcellen kunnen wel antistoffen maken tegen de antigenen op de ziekteverwekker.







Slide 27 - Tekstslide

Vaccinatie/ inenting
Je wordt dan niet meer ziek als je de echte ziekteverwekker binnen krijgt.

Je maakt dan namelijk ook snel veel antistoffen aan.










Slide 28 - Tekstslide

Wat is immuniteit?

Slide 29 - Open vraag

Werking immuunsysteem (zet op de juiste volgorde)
de ziekteverwekker dringt binnen
witte bloedcel herkent de verwekker

witte bloedcel maakt antistof aan
antistof hecht zich aan de antigenen

ziekteverwekker wordt onschadelijk gemaakt

Slide 30 - Sleepvraag

Aan de slag
7.3: 8 t/m 14
7.4: 16 t/m 22
7.5: 24 t/m 28

Slide 31 - Tekstslide

In de afbeelding is de afweerreactie van het
lichaam op een ziekteverwekker
schematisch getekend.

Welk nummer geeft de ziekteverwekker aan?
A
1
B
2
C
3

Slide 32 - Quizvraag