9.2 Je eten verteert

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Herhaling 9.1

Het middenrif verdeelt je romp in de buikholte en borstholte

1. Goed
2. Fout

waar liggen meer organen?

1. Borstholte
2. Buikholte

Lesdoelen 9.2

• Hoe je eten doorslikt
  
• Waar je eten langs gaat
  
• Hoe en waar je eten verteerd wordt
  
• Hoe de voedingstoffen in je bloed komen
  
• je weet wat onverteerbare resten zijn

9.2 voedsel verteren

Eten doorslikken:
- Tanden: van het eten happen
- Kiezen: fijn malen eten
- Speeksel: verandert voedsel in voedselbrij
- Tong: duwt het richting  keelholte

Dan slik je het door

Verslikken

Huig en strotklepje zorgt ervoor dat het eten niet in je neusholte of luchtpijp komt.

Als het mis gaat sluit je huig/strotklepje niet goed af

Route

• Mondholte
• Slokdarm
• Maag
• 12-vingerige darm
• Dunne darm
• Dikke darm

Peristaltische bewegingen

Voedsel wordt voortgeduwd door spierbewegingen

Aan de slag.

• Lees blz 118 en 119 uit je leerboek
• Maak opdracht 1 t/m 6 van 9.2  uit je activiteitenboek (blz. 81 en 82)

Hoe wordt je eten verteerd?

• Voedingsstoffen moeten naar de organen.
• Kan alleen via het bloed.
• Water,mineralen en vitamines kunnen direct het bloed in (zijn klein).
• Eiwitten,vetten en koolhydraten moeten eerst kleiner worden gemaakt.
• Kleiner maken van voeding noemen we vertering.

Aan de slag.

• Lees blz 120 tot en met 122 uit je leerboek
• Maak opdracht 7 t/m  15 van 9.2  

Vertering

- Mondholte -> speeksel -> verteert zetmeel
- Maag -> maagsap -> kleiner maken en maagzuur dood bacteriën
- 12-vingerige darm -> alvleessap en gal

- Dunne darm -> dunne darmsap
Alvleessap wordt gemaakt in de alvleesklier

Gal wordt gemaakt in de lever

GAL

• Is een hulpstof, geen verteringssap
  
• Wordt gemaakt in de lever
  
• Wordt opgeslagen in de galblaas  
  
• Is bedoeld om vet kleiner te maken 
  
• Let op: gal is geen verteringssap maar een hulpstof
  

Dunne darm

• Voedingsstoffen gaan door de darmwand
• Daarna komen ze in de bloedvaten
• Bloed vervoert de voedingsstoffen naar de organen
• Darmplooien-> oppervlakte vergroting ->veel bloedvaten-> veel voedingstoffen opnemen

Dikke darm

• Wat niet verteerd kan worden komt in de dikke darm
• Voorbeelden: water en onverteerbare stoffen zoals voedingsvezels (celwanden van plantaardige cellen, groente en fruit)
• Dikke darm haalt water uit de voedselbrij
• Onverteerbare stoffen gaan naar endeldarm
• Ontlasting: verlaat het lichaam

Aan de slag.

• Lees blz 123 tot en met 125 uit je leerboek
• Maak opdracht 16 t/m  24 van 9.2