zelfstandig naamwoord - stam

De stam zoeken van zelfstandig naamwoorden
Gebruik voor deze opdracht eventueel de woordenlijst achterin je boek.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De stam zoeken van zelfstandig naamwoorden
Gebruik voor deze opdracht eventueel de woordenlijst achterin je boek.

Slide 1 - Tekstslide

groep 1
De woorden van groep 1 hebben in het enkelvoud de uitgang -a.
De stam van het woord vind je dus door de -a van het woord af te halen.
vb. puella: stam = puell
insula: stam = insul

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de stam van regina?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de stam van dea?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de stam van vita?

Slide 5 - Open vraag

groep 2
De woorden van groep 1 hebben in het enkelvoud de uitgang -us (mannelijk) of -um (onzijdig).
De stam van het woord vind je dus door de -us of -um van het woord af te halen.
vb. locus: stam = loc
consilium: stam = consili

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de stam van annus?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de stam van equus?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de stam van templum?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de stam van praemium?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de stam van templum?

Slide 11 - Open vraag

groep 3
De woorden van groep 1 hebben in het enkelvoud geen uitgang. Voor het vinden van de stam, heb je het meervoud nodig. Deze staat in de woordenlijst achter het woorden van groep 3. Gebruik dus de woordenlijst!
De stam van het woord vind je dus door de -es van de meervoud af te halen.

vb. pater, meervoud patres: stam = patr
gens, meevroud gentes: stam gent

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de stam van senex?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de stam van arbor?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de stam van navis?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de stam van mors?

Slide 16 - Open vraag