Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
9.1 Oplossen en indampen van zouten
9.1 Oplossen en indampen van zouten
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
80 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
9.1 Oplossen en indampen van zouten
Slide 1 - Tekstslide
Programma
-Formatieve check
10 min
-Oefeningen nakijken
10 min
-Zouten
10 min
-Oplostabellen
20 min
-Oefenen
20 min
Slide 2 - Tekstslide
Formatieve check
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:
Checks voor 9.1 Oplossen en indampen van zouten
De laatste slide sla je voor nu over, deze is voor het einde van de les!
Slide 3 - Tekstslide
Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.
De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?
Je kunt de belangrijkste eigenschappen van zouten noemen.
Je kunt een oplosbaarheidstabel begrijpen en aflezen.
Je kunt benoemen bij welke ionen een zout altijd goed oplosbaar is.
Je kunt een oplosvergelijking en een indampvergelijking opstellen.
Slide 5 - Tekstslide
Wat weten we nog over zouten?
Slide 6 - Woordweb
Herhaling zouten
Een zout bestaat altijd uit een
positief ion
en een
negatief ion
.
Metaalion zijn altijd positief geladen en niet-metaalionen zijn altijd negatief geladen (BEHALVE H
+
en NH
4
+
).
Een zout bestaat dus altijd uit een metaalion en een niet-metaal ion.
Er zijn een aantal ionen die niet alleen maar uit losse elementen
bestaan, dit zijn de
samengestelde ionen
.
Slide 7 - Tekstslide
Neutraliteit zouten
Zouten zijn altijd neutraal, dit betekent dat er net zoveel + lading als - lading in een zout moet zitten.
Als je een zout hebt met K
+
en O
2
-
, dan heb je dus 2 K
+
nodig om een neutraal zout te maken, K
2
O.
In de Binas staat een tabel met de ladingen van alle ionen die je op toetsen en examens tegenkomt!
Slide 8 - Tekstslide
Samenstelling zouten
Hoe kom je achter de formules van zouten?
Ken de onderdelen van een zout:
Natriumchloride, bestaat uit het metaalion natrium en het niet-metaalion chloor.
Welke lading hebben beide ionen?
Natrium = Na⁺, chloor = Cl⁻
Een zout moet neutraal zijn:
Na⁺ heeft een lading van 1+, Cl⁻ heeft een lading van 1-, van allebei is dus maar 1 atoom nodig, NaCl.
Slide 9 - Tekstslide
Geef de formule van ijzer(III)chloride. Gebruik de Binas voor de lading(en)
Slide 10 - Open vraag
Geef de formule van magnesiumfosfaat.
Slide 11 - Open vraag
Kenmerken zouten
Zouten worden ook wel
ionaire stoffen
genoemd.
Vaste zouten geleiden nooit stroom.
Vloeibare zouten of zouten opgelost in water geleiden wel stroom.
Sommige zouten lossen goed op in water,
anderen niet. ZIE BINAS TABEL 35!
Zouten met meer dan 1 samengesteld ion,
krijgt haakjes → Mg(NO
3
)
2
Slide 12 - Tekstslide
Oplosbaarheid van zouten
Sommige zouten lossen wel goed op in water, andere niet.
Hoe weet je welke zouten oplossen in water?
BINAS TABEL 35!!!
AgCl lost bijvoorbeeld slecht op.
NaCl lost goed op.
Slide 13 - Tekstslide
Lost AlPO4 goed of slecht op in water?
A
Goed
B
Slecht
Slide 14 - Quizvraag
Lost CaBr2 goed of slecht op in water?
A
Goed
B
Slecht
Slide 15 - Quizvraag
Lost loodjodide goed of slecht op in water?
A
Goed
B
Slecht
Slide 16 - Quizvraag
Welke 4 ionen lossen altijd goed op in water?
Slide 17 - Open vraag
Oplossen in water
Veel stoffen lossen op in water, in te delen in 2 stoffen:
Moleculaire stoffen
Zouten
Moleculaire stoffen blijven heel wanneer opgelost.
Zouten breken af in de ionen wanneer opgelost.
Slide 18 - Tekstslide
Oplossen in water
Suiker oplossen in water:
C₆H₁₂O₆ (s) → C₆H₁₂O₆ (aq)
Tafelzout oplossen in water:
NaCl (s) → Na⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)
Hierdoor kunnen de ionen vrij bewegen in het water, en kunnen ze stroom geleiden.
Dit heet een
oplosvergelijking
!
Slide 19 - Tekstslide
Geef de oplosvergelijking voor . Geef ook de toestandsaanduidingen!
C
a
C
l
2
Slide 20 - Open vraag
Geef de oplosvergelijking voor . Geef ook de toestandsaanduidingen!
C
a
(
N
O
3
)
2
Slide 21 - Open vraag
Indampvergelijking
Zoutoplossingen kan je ook weer indampen.
Het water verdwijnt en er ontstaat weer een zout:
Na
+
(aq) + Cl
-
(aq) → NaCl (s)
Dit is gewoon het omgekeerde van een oplosvergelijking!!!
Slide 22 - Tekstslide
Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1:
1 t/m 14
Slide 23 - Tekstslide
Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:
Checks voor 9.1 Oplossen en indampen van zouten
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
9.1 Oplossen en indampen van zouten
21 dagen geleden
- Les met
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
9.1 Oplossen en indampen van zouten
20 dagen geleden
- Les met
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
9.2 Zouten oplossen
November 2022
- Les met
16 slides
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
10.4 Formules van zouten
Juli 2023
- Les met
24 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
15. 9.1 Oplossen en indampen van zouten
November 2022
- Les met
19 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
§5.1 Oplossen en indampen van zouten
December 2023
- Les met
16 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
NOVA H4.2 les 4 indampen
Januari 2024
- Les met
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
hst 9 paragraaf 1 "oplossen en indampen van zouten"
December 2020
- Les met
22 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4