Schuld & Boete: Jodenvervolging Nederland

Geschiedenis klas 5 

Schuld & Boete:  WO II Jodenvervolging
Kenmerkende aspecten: 

37: Massaorganisatie
38: totalitaire systemen
40: Wereldoorlogen
41: De volkenmoord
42: De Duitse bezetting van Nederland
43: Totale oorlog. 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Geschiedenis klas 5 

Schuld & Boete:  WO II Jodenvervolging
Kenmerkende aspecten: 

37: Massaorganisatie
38: totalitaire systemen
40: Wereldoorlogen
41: De volkenmoord
42: De Duitse bezetting van Nederland
43: Totale oorlog. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schuldvraag in de geschiedenis
1. Zijn er schuldigen aan te wijzen?
2. Hoe kijken de betrokkenen zelf naar de schuldvraag?
3. Doet de schuldvraag recht aan wat er daadwerkelijk gebeurd is?
4. Welke belangen spelen er mee bij het aanwijzen van schuldigen? 
5. Hoe moeten schuldigen bestraft worden? (op welke basis)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schuld & Boete: Jodenvervolging in Nederland
1. Zijn er schuldigen aan te wijzen voor de jodenvervolging in Nederland?
2. Hoe kijken Nederlanders zelf naar deze schuldvraag?
3. Doet deze schuldvraag recht aan wat er daadwerkelijk gebeurd is?
4. Welke belangen spelen er mee bij het aanwijzen van schuldigen? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

KA: 42: Nederland bezet
Bezettingsfase 2 - februari 1941 - september 1944:
  • Nederlandse bevolking werd hardhandig onderdrukt.
  • Toenemende dwang (o.a. 1942 Arbeitseinsatz).
  • Toenemende Jodenvervolging. Vanaf 1942 massale deportaties.
  • Nederlandse economie kwam volledig in dienst van Duitse
    oorlogseconomie.
Reactie Nederlandse bevolking: groeiend verzet, maar 
beperkt qua omvang.

Bezettingsfase 3 - september 1944 - mei 1945:
  • 1944 Het zuiden van Nederland bevrijd.
  • Sep 1944 Operatie Market Garden mislukt.
  • 1944-1945 Hongerwinter.
  • 5 mei 1945 Duitse capitulatie: Nederland bevrijd.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KA 41 Racisme en discriminatie
Racisme groeide eind 19e eeuw als extreme vorm van 
verheerlijking van de eigen natie en het eigen volk.

Nationaalsocialisme: combinatie van extreem nationalisme 
en racisme. Antisemitisme = Jodenhaat.
Rassenleer: Germaanse 'Arische' ras superieur (Übermensch), 
andere rassen inferieur en een bedreiging (Üntermensch).

  • 1933 Antisemitische maatregelen ingevoerd toen
    Hitler aan de macht kwam.
  • 1935 Neurenberger (rassen)wetten ingevoerd: huwelijken
    tussen Joden en niet-Joden verboden.
  • 1938: Rijkskristalnacht: pogrom tegen Joden. Duizenden
    winkels en gebouwen geplunderd en verwoest. Tienduizenden
    Joden gearresteerd en gedeporteerd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Februaristaking
februari 1941


  • De eerste grote verzetsactie tegen de Duitse bezetter in Nederland.
  • Aanleiding waren de razzia's in Amsterdam, als reactie op de moord op een NSB-er.
  • De staking was het enige massale en openlijke protest tegen de Jodenvervolging in heel bezet Europa.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Duitse bezetting: accomodatie, collaboratie of verzet?

Verzet in Nederland kwam dus relatief laat op gang 
  • Ongeveer 25.000 vrijwilligers meldden zich aan voor de Waffen-SS
  • Ongeveer 100.000 Nederlanders worden lid van de NSB 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis klas 5 

Schuld & Boete: Jodenvervolging
Voorbereiding:

In de les: 
- binnen = beginnen: Omstandereffect
- Opdracht verzetsmythe
- afsluiting: Schuld & boete

Huiswerk volgende les: 

Schuld & Boete (Bystander-effect) 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het bystander-effect
Mensen komen niet in actie omdat:
  • Er is sprake van een diffusion of responsibility: mensen geloven dat er wel iemand anders is die de verantwoordelijkheid op zich neemt.
  • Mensen zich niet kwetsbaar op willen stellen en uit de groep stappen.



Slide 12 - Tekstslide

Zoals gezegd waren het experiment van Asch en van Milgram aanleiding voor nog veel meer onderzoek in de sociale psychologie. Als wij onder invloed van een leider tot vreselijke dingen in staat bleken te zijn, wat of wie kon er dan nog meer invloed hebben op ons gedrag? En hoe zit het met de invloed van anderen in ons dagelijks leven? Het experiment van Asch was nauwkeurig geënsceneerd en betrof een 'laboratoriumsituatie', maar zijn er ook situaties in het dagelijks leven waarbij mensen conformeren?

Dit soort situaties zijn er inderdaad. Uit onderzoek bleek bijvoorbeeld dat als iemand op straat ligt, mensen gewoon doorlopen als de rest dat ook doet. Zij conformeren aan de groepsnorm, en die norm is op dat moment ‘niet helpen'. Er is sprake van een diffusion of responsibility: mensen geloven dat er wel iemand anders is die de verantwoordelijkheid op zich neemt. Dit is bekend komen te staan als het bystander-effect.

Het bystander-effect komt vooral voor als de groep om je heen bestaat uit onbekenden,
bijvoorbeeld het winkelende publiek. Psychologen kwamen hierachter door experimenten uit
te voeren om te kijken wanneer dit effect vooral optreedt. Ze maakten twee groepen: een groep van mensen die ze vooraf kennis lieten maken met elkaar en een controlegroep van vreemden. Daarna verzonnen ze een noodsituatie. Het bleek dat in de groep waarin de mensen elkaar kenden sneller werd ingegrepen dan in de controlegroep.

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1. Werk in twee- of drietallen
2. Open de opdracht op de ELO (VdBoom vs. Vuijsje) 
3. Lees de bronnen goed door en beantwoord de vragen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bart van der Boom
1. Beschrijf wat Van der Boom bedoelt met de mythe 
van de schuldige omstander.
2. Wat wordt er bedoeld met “ de collectieve herinnering?”
3. Welke drie “aanvechtbare veronderstellingen” worden er over die mythe genoemd in de bronnen?
4. Leg de cirkelredenering uit die wordt opgevoerd.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ies Vuijsje
1. Waarom wilden de joden, volgens Vuijsje, 
niet geloven in de massamoord in 
de vernietigingskampen?
2. Waarom zouden vele Nederlanders niet hebben willen weten wat er met de joden gebeurde in de vernietigingskampen?
3. Waarom kwam de “verzetsmythe” de Nederlandse regering wel goed uit na de oorlog?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vinden julllie?

1. Denk je dat het, gedurende de oorlog en de bezetting, mogelijk was om volledig te weten wat er gebeurde in de vernietigingskampen? Leg je antwoord uit.

2. Waarom is het belangrijk om te weten of mensen afwisten van wat er gebeurde in de vernietigingskampen?

3. Zijn de “omstanders” tijdens de bezetting volgens jullie schuldig aan de jodenvervolging in Nederland?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discussie: Schuldvraag & Waarheid
1. Als we willen weten hoe het kwam dat er zoveel joodse Nederlanders werden weggevoerd is het zinloos om naar een schuldige te zoeken. 

2. De vraag wie er schuld heeft aan een (historische) gebeurtenis kan altijd objectief beantwoord worden. 

3. Schuld is hetzelfde als verantwoordelijkheid.

4. De geschiedenis moet niet gebruikt worden om een schuldige aan te wijzen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schuld & Boete: Jodenvervolging in Nederland
1. Zijn er schuldigen aan te wijzen voor de jodenvervolging in Nederland?
2. Hoe kijken Nederlanders zelf naar deze schuldvraag?
3. Doet deze schuldvraag recht aan wat er daadwerkelijk gebeurd is?
4. Welke belangen spelen er mee bij het aanwijzen van schuldigen? 
5. Hoe moeten schuldigen bestraft worden? (op welke basis)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies